Deze week wordt in Amsterdam een groot padel toernooi gespeeld in het kader van de World Padel Tour. Padel is een racketsport, wordt gespeeld door twee tweetallen (een dubbel dus) en is een mix van tennis en squash. Het speelveld lijkt op een tennisveld, met servicevakken en een net tussen beide helften, en is ommuurd door een glazen kooi. Zowel de zij- als achtermuren mogen gebruikt worden om de bal naar de andere kant van het veld te slaan, net als bij squash dus.
De rally’s zijn behoorlijk lang, in ieder geval op professioneel niveau. De combinatie van het materiaal van de bal en de rackets zorgt ervoor dat een punt niet zomaar gemaakt kan worden, je moet het andere team in een rally echt uitspelen. Maar het is wel zeer spectaculair en dat maakt het een mooie kijksport.
Mijn favoriete onderdeel is het gebruik van de openingen in de muren.
Deze openingen worden niet alleen gebruikt om het speelveld te betreden, maar zijn onderdeel van het spel. Als de tegenstander de bal dusdanig slaat dat deze over de glazen muur gaat, mag je door de opening rennen en de bal door diezelfde opening weer terugslaan. Zoals in deze rally.
Het spel gaat dus gewoon door als de bal het speelveld heeft verlaten. Dat principe hadden we heel goed kunnen gebruiken tijdens de voetbalinterland Turkije-Nederland in 1997, dan hadden we alvast een mannetje op het parkeerterrein gezet op het moment dat Clarence Seedorf zijn aanloop voor zijn penalty nam.