Amerikanen houden van sport. En van statistieken. En vooral van die combinatie.
Honkbal is een van de sporten in Amerika waarbij elke actie in een database wordt opgeslagen. Het is een teamsport, maar de statistieken van individuele spelers zijn cruciaal voor coaches. Slaat een slagman vaker naar links of naar rechts? Hoe presteert hij tegen linkshandige werpers? Ook hier geven resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst, maar achter elke beslissing over het inzetten van een nieuwe pitcher of slagman zit een statistiek.
Voor alle liefhebbers zijn die statistieken ook een wezenlijk onderdeel van de sport geworden. Tv-commentatoren gebruiken ze veelvuldig in hun verslag; niet alleen om de kijkers te informeren, het heeft ook een nobeler doel. Door goed presterende spelers met mystieke namen als Babe Ruth en Joe DiMaggio of recentere toppers als Barry Bonds te vergelijken, blijft de geschiedenis en de traditie behouden. Amerikanen zijn gek op sporthelden en hun prestaties worden zo van generatie op generatie doorgegeven.
Ook in het stadion worden de fans van cijfers voorzien. Als de volgende slagman op een groot scherm wordt aangekondigd, worden niet alleen zijn naam en foto getoond maar ook zijn relevante statistieken. Leuk om te weten maar ook handig; als een slagman met een slecht slaggemiddelde aan de beurt is, heb je mooi even de tijd om een colaatje en een hot dog te halen.
Statistieken zijn mooi, maar records zijn nog mooier.
Een van de meest aansprekende records is het aantal geslagen homeruns in één seizoen. In 1998 was Amerika in de ban van de tweestrijd tussen Mark McGwire en Sammy Sosa om het record van 61 homeruns van Roger Maris uit 1961 te verbeteren. McGwire pakte uiteindelijk het nieuwe record, hij sloeg 70 keer de bal over het hek terwijl Sosa op 66 bleef steken.
Roger Maris behield nog wel het record van het aantal homeruns in de American League, omdat McGwire en Sosa allebei in de National League uitkomen (voor de geïnteresseerden, zie hier een uitleg van de indeling).
Dit jaar draaide alles om Aaron Judge, slagman bij de New York Yankees en daarmee uitkomend in de American League. Judge tikte in de loop van het seizoen gestaag zijn ballen het veld uit en langzaam nam de opwinding in de honkbalwereld toe, het record van Maris zou er wel eens aan kunnen gaan. Op 28 september kwam de eerste grote mijlpaal voor Judge, door homerun 60 te slaan kwam hij gelijk met Babe Ruth die vanaf 1927 het record had totdat Maris het verbrak. Zes dagen later mepte hij bal 61 eruit en stond hij gelijk met Maris. Vanaf dat moment stonden bij iedere volgende slagbeurt alle camera’s op hem gericht, toeschouwers van zowel de uit- als thuisploeg hoopten op een homerun omdat zij getuige van historie wilden zijn.
Op 4 oktober was het zover. In de uitwedstrijd tegen de Texas Rangers sloeg hij zijn 62ste homerun en werd daarmee de nieuwe recordhouder in de American League. Een staande ovatie volgde, ook van de Rangers fans; er was alleen maar respect voor zijn prestatie.
Amerikanen zijn sowieso erg goed in het vereren van hun sporthelden. Een honkballer die na een jarenlang dienstverband bij een club is vertrokken, wordt met respect onthaald wanneer hij als speler van een ander team terugkeert; hij is onderdeel van de historie van de club en dat wordt gewaardeerd. Dat is weer eens wat anders dan bij ons, wij beginnen dan meestal iets over het beroep van zijn moeder te zingen.
Respect voor de sport betekent ook dat je tijdens een wedstrijd gewoon tot het einde blijft, ook als je club een keer wordt weggespeeld door een betere tegenstander. En het kan je ook nog wat opleveren. Cory Youmans, fan van de Texas Rangers, ving op de tribune de bal waarmee Judge zijn historische homerun sloeg. Geschatte waarde van dit sportsouvenir: 2 miljoen dollar.