De plaats van de wieg bepaalt een aantal belangrijke aspecten van een mensenleven. Platteland of stad, Friesland of Limburg, boven of beneden de rivieren, het scheelt nogal wat. Carnaval of Elfstedentocht, voetbal of hockey, Hengelo normaal uitspreken of als Hengelooooooo: het wordt door de geboortegrond bepaald.
Zo ook de voorkeur voor een voetbalclub. Mijn wieg stond in Gorinchem, bij een sterke westenwind liggend onder de rook van Rotterdam. Een bezoek als F’je met mijn voetbalelftal aan een avondwedstrijd in de Kuip deed de rest. Feyenoord werd mijn club. Ik had niets anders gewild. Maar makkelijk is het niet.
Ik heb in mijn leven vijf kampioenschappen meegemaakt waarvan vier bewust. Dat is magertjes voor een topclub. Ieder jaar is er de hoop dat dit het jaar gaat worden dat er weer eens een kampioenschap gevierd kan worden. Maar meestal heeft halverwege november de realiteit al weer toegeslagen. Uitgeschakeld in Europa, 15 punten achter in de competitie en door pak ‘m beet Fortuna Sittard uit de beker geknikkerd.
Toch blijft de hoop hardnekkig aanwezig. In de twee jaren dat Ronald Koeman in de Kuip speelde had ik een seizoenkaart. Bij zijn eerste wedstrijd trilde de Kuip van opwinding, Feyenoord won met 5-2 van Vitesse en het ‘we worden kampioen’ was al voorzichtig te horen. 33 wedstrijden later eindige Feyenoord als derde, 20 punten achter Ajax.
Het seizoen daarna was de Argentijn Pablo Sanchez als versterking aangetrokken. In de eerste thuiswedstrijd scoorde hij de openingsgoal en speelde een prima wedstrijd. ‘Dat wordt een hele grote,’ zei de man voor me met een zelfvertrouwen alsof hij hoogstpersoonlijk Cruijff, Maradona en Pelé had ontdekt. Het seizoen eindigde weer zonder bezoek aan de Coolsingel. En Sanchez? Een paar jaar later werd zijn contract ontbonden, vertrok naar de internationale grootmacht RC Harelbeke in België waar hij halverwege het seizoen (na één wedstrijd gespeeld te hebben) alweer weg moest en terugging naar Argentinië.
Twee willekeurige seizoenen maar o zo typerend.
Eind jaren 80 heerste PSV in de eredivisie, met spelers als Gullit, Van der Gijp en Lerby werden zeker de kleine teams compleet opgerold. Ik heb daar vaak met lichte jaloezie naar gekeken. Hoe mooi moet het zijn om tijdens de wedstrijd even een frietje te gaan halen en bij terugkomst te kunnen vragen hoeveel doelpunten je had gemist. Afhankelijk van de drukte bij de frietkraam zal het antwoord ergens tussen de één en vier zijn geweest.
Midden jaren 90, zelfde verhaal bij Ajax. Op het veld iedereen de baas met als resultaat het ‘Wij zijn de beste’ geschreeuw op het Museumplein.
Wat een luxe moet dat zijn, naar het stadion gaan in de wetenschap dat je club wint en alleen de hoogte van de overwinning onzeker is. Geen idee hoe dat voelt. Maar maakt het dat nou ook leuker? In Amsterdam zorgt een paar keer achter elkaar niet winnen gelijk voor gewapper met zakdoekjes. Als we dat in Rotterdam-Zuid iedere keer zouden doen als het spel of het resultaat tegenvalt, dan zou de directeur van Kleenex nu rijker zijn dan Elon Musk en Bill Gates samen.
Dit seizoen verloopt alles angstaanjagend goed in Rotterdam. Bovenaan in de competitie, overwinterd in Europa en nog actief in de beker. In dat laatste toernooi stond gisteren de wedstrijd tegen NEC op het programma. Een thuiswedstrijd, tegenstander lijkt te doen dus op papier een makkelijk avondje om naar de kwartfinale door te gaan.
Helaas speelt Feyenoord nooit op papier.
Het werd weer een ouderwetse zwoegwedstrijd, zo’n potje waarvan Afellay zou zeggen dat hij met knikkende billen op de bank had gezeten. Tot vlak voor tijd leidt NEC met 0-2 en hoop is omgeslagen in wanhoop. Dag beker, dan zal het in de competitie ook wel weer fout gaan, waarom hebben ze Schreuder niet wat langer in Amsterdam laten zitten, die Zerrouki gaat natuurlijk naar PSV, als Slot weggaat kunnen we weer opnieuw beginnen, ik kijk nooit meer voetbal. Leuk hoor al die mindfulness cursussen en ‘Omdenken doe je zo’ trainingen, maar als Feyenoordsupporter heb je daar echt helemaal niets aan.
In de blessuretijd komt Feyenoord terug tot 2-2 en heeft de wanhoop weer plaatsgemaakt voor hoop. Natuurlijk gaan we die beker winnen! Maar waarom het bij 90 minuten drama houden als er nog 30 minuten bij kunnen? Na 2-3 (daar gaan we weer), 3-3 (kom op nou) en 4-3 (jaaaaaaaaa!!!) maakt NEC vlak voor tijd gewoon weer gelijk (mijn gedachten bij de 4-4 komen niet door de censuur). Penalty’s dus. Bij het Nederlands elftal kun je dan beter gelijk je tv uitzetten en later teruglezen wie er allemaal gemist hebben. Maar Feyenoord kan dit dan weer wel, wint vaak strafschoppenseries en doet dat nu ook na vijf feilloos genomen penalty’s.
Ik zou best wel een keer een seizoen gevuld met 5-0’s en 7-1’s willen meemaken. Achterover leunen en doelpunten tellen. Ik zie het alleen niet gebeuren. Maar ach, eigenlijk is de moeilijke weg stiekem gewoon leuker. Zeker achteraf.