Hoe komen mensen aan de top van een bedrijf, een maatschappelijke of politieke organisatie? Er zijn grofweg twee categorieën, denk ik.
In de eerste en meest sympathieke categorie zitten diegenen die via bewezen kennis, kunde en prestaties vanzelf boven komen drijven. Boven in de piramide doen ze er alles aan om niet zichzelf maar de organisatie beter te maken. Mooi voorbeeld in de sportwereld is Pieter van den Hoogenband. Pieter is onze beste zwemmer aller tijden en zet momenteel als chef de mission voor onze Olympische ploeg de lijnen uit, om er gelijk maar een lekkere management kreet tegenaan te gooien. Hij maakt er geen Pieter van den Hoogenband show van, maar bekijkt alles vanuit het belang van de sporters omdat hij weet wat er nodig is om te presteren.
De tegenpolen zitten in categorie twee. Het bereiken van de top is een doel op zich, in welke organisatie maakt niet zoveel uit als er maar voldoende bekendheid mee wordt bereikt. Mensen met een slecht ontwikkeld empathisch vermogen maar gezegend met sterk ontwikkelde ellebogen. Zeg maar de categorie Donald Trump. Of om bij de sportwereld te blijven, de categorie Sepp Blatter.
Blatter is waarschijnlijk de grootste boef die ooit een sportbond heeft geleid. Onder zijn bewind is de wereldvoetbalbond FIFA verworden tot een corrupte bende, een reputatie die zijn opvolger Infantino wanhopig overeind probeert te houden.
Waar Trump achteraf probeerde om de verkiezing naar zich toe te trekken, bedacht Blatter dat het veel effectiever was om dat vooraf te doen. Op de vooravond van de verkiezingen voor het voorzitterschap van de FIFA werd er onder menig hotelkamerdeur een goedgevulde envelop geduwd, met de hartelijke groeten van ome Sepp.
Eenmaal aan de macht begon het grote graaien, de Netflix serie FIFA Uncovered geeft een mooi beeld van het schaamteloze gedrag van Blatter en zijn vriendjes. Sepp begon zo erg in zichzelf te geloven dat hij bij de opening van een voetbalstadion in de Palestijnse gebieden begon te oreren dat hij als hoogste voetbalbaas voor wereldvrede kon gaan zorgen. En oh ja, het stadionnetje dat voor een half miljoen vers verduisterde FIFA dollars was aangelegd, moest natuurlijk wel naar iemand vernoemd worden. Had er iemand een suggestie? Ja, dat had Sepp wel. Via dezelfde democratische procedure ligt er nu ook een voetbalveld in Samoa met de naam Toleafoa Joseph Sepp Blatter Football Fields. Je moet het allemaal maar kunnen.
Momenteel speelt een andere voetbalofficial de hoofdrol in een steeds smeuïger wordende soap. Tijdens het afgelopen WK voor vrouwen won Spanje voor het eerst de titel, alle aandacht naar de speelsters zou je zeggen. Maar Spanje heeft Luis Rubiales, hoofd van de nationale voetbalbond. Luis heeft wat moeite om zijn emoties en hormonen in bedwang te houden, dat is inmiddels wel duidelijk. Direct na afloop van de finale greep hij, zittend op de eretribune in het bijzijn van de Spaanse koningin, zichzelf in zijn kruis; een Zuid-Europese gewoonte om te laten zien dat je ballen hebt, maar in dit geval toch de vraag of dit nou zo smaakvol is en bij een dameswedstrijd wellicht sowieso wat nutteloos.
Maar Luis was nog niet klaar. Hij mocht tijdens de ceremonie op het podium staan om zijn speelsters te feliciteren en hield het niet meer toen Jennifer Hermoso voor hem stond. Na een al vrij intieme knuffel zoende hij haar vol op haar mond.
Sindsdien gaat het in Spanje niet meer over de wereldtitel. Hermoso roept dat dit volledig tegen haar wil gebeurde, Luis omschrijft het als een spontane wederzijdse kus waarvoor hij net daarvoor toestemming had gevraagd. Over smaakvol gesproken. Iedereen bemoeit zich inmiddels met deze discussie. Speelsters willen niet meer voor Spanje uitkomen zolang Luis de baas is, de moeder van Luis is in hongerstaking totdat de naam van haar zoon is gezuiverd.
Ik moest gisteren aan deze situatie denken toen ik Max Verstappen in Zandvoort zag staan terwijl Andre Rieux met zijn koortje het volkslied speelde. Het was een fantastisch gezicht, Max in zijn eentje voorop met achter hem wat officials en de rest van de rijders.
Eén van deze officials was prins Bernhard jr.
Bernhard jr. is naast raceliefhebber een echte man van het gewone volk, hij bezit immers minimaal de helft van de woningen van de Amsterdammers. Hij probeerde er zo bescheiden mogelijk bij te staan, maar stond vooral naar Max te loeren. Waarom mag ik niet naast Max staan, zag je hem denken. Ik ben wel even prins Bernhard jr., weet je. Zijn gezicht stond strak, hij dacht aan die neef van hem met zijn mooie Argentijnse die bij de huldiging vast weer alle aandacht ging opeisen.
Overwoog hij een Luisje te doen? Ik zag het opeens voor me: Bernhard jr die Max de bokaal overhandigt, hem een knuffel geeft en daarna zachtjes in zijn oor fluistert: ‘Kusje?’
Ik heb de hele race met een glimlach zitten kijken.