Regerend Olympisch kampioen. Sinds 2014 regerend wereldkampioen. Sinds 2017 regerend Europees kampioen. Dit Olympische toernooi alle wedstrijden gewonnen, waaronder in de poule een eenvoudige 3-0 tegen de Chinese dames die we nu in de finale weer gaan tegenkomen.
‘Dit gaat echt wel goedkomen hoor,’ app ik onderweg naar het stadion naar collega Hans. Hij heeft opgemerkt dat de prestaties van onze atleten achteruit gaan zodra ik in het stadion zit en wil me best sponsoren om niet naar deze wedstrijd te gaan. Prachtig.
Bij de halte in een buitenwijk van Parijs spuugt de trein een oranje massa uit. Ik zie een paar Chinese vlaggen, wat verdwaalde Argentijnen die hadden gehoopt dat zij de finale zouden halen maar verder is iedereen oranje. Het is een kwartier lopen naar het stadion, het begint behoorlijk hard te regenen dus we gaan een boulangerie in om te schuilen en nog even een stokbroodje te scoren. Het Engels van de dame die ons helpt is net zo goed als ons Frans dus het duurt even voordat we doorhebben waar de stokbroodjes mee zijn belegd. Ham maar dan van kip, is wat we er uiteindelijk van begrijpen. Dus. Een Nederlander die staat af te rekenen draait zich om en begint te lachen: ‘Ik had net hetzelfde gesprek met dezelfde conclusie.’
Het is inmiddels gestopt met regenen dus we duiken weer in de menigte richting het stadion. We lopen door een wijk die het vermoedelijk nooit tot een vermelding in stedengidsen over Parijs zal schoppen, het ziet er allemaal wat treurig uit maar door onze oranje sliert is de stemming perfect. Bij het stadion zit een vrijwilliger op een hoge scheidsrechtersstoel, uit zijn telefoon zingt versterkt door een megafoon Wolter Kroes zijn ‘Viva Hollandia’. Dit kan toch echt niet misgaan jongens, bespaar China een vernedering en geef ons gewoon die gouden plak.
Na zes minuten komen we 1-0 achter door een onnozel doelpunt. Ik denk aan de appjes met Hans en check even snel mijn telefoon.
‘Ik neem aan dat je nu op de parkeerplaats staat?’ heeft hij al geappt. Ondanks het pijnlijke begin van deze wedstrijd moet ik lachen maar stop snel mijn telefoon weer weg, de klassieker ‘sta op als je voor Holland bent’ is ingezet en daaraan moet ik natuurlijk wel meedoen. Hopelijk gaat het helpen.
Het is een zenuwslopend potje en ik voel af en toe alsof ik naar Feyenoord zit te kijken: we zijn beter maar die bal wil er maar niet in. Mijn vrouw en dochters, normaal zelfs bij spannende wedstrijden rustig kijkend terwijl ik in de gordijnen hang, worden ook steeds fanatieker naarmate de tijd doortikt. We zitten inmiddels in het vierde kwart, het gaat toch gewoon echt niet gebeuren dat we dit gaan verliezen? Als Yibbi (schitterende hockeynaam) Jansen dan eindelijk aan onze kant van het stadion de gelijkmaker erin knalt, moet het gegil tot aan de Eiffeltoren te horen zijn. Sodeju hier komt even wat los in het stadion.
Ondanks een duidelijk veldoverwicht is er te weinig tijd om nog de winnende te maken, shootouts gaan beslissen wie er Olympisch kampioen gaat worden. Een shootout is een soort penalty maar dan nog spannender om naar te kijken. Als de toeter gaat heeft een speelster acht seconden om de bal naar het doel te dribbelen en te scoren.
Als we het stadion uitlopen komen mijn zenuwen eindelijk weer een beetje tot rust. ‘Hoe gaaf was dit om mee te maken,’ blijf ik herhalen. Drie kwartier eerder dacht ik daar heel anders over, ik wilde in mijn shirt kruipen om maar niet te hoeven kijken. Niet normaal die spanning, alsof je in een wachtkamer zit om tegelijkertijd de uitslag van je rijexamen te horen, je schoonmoeder voor het eerst te ontmoeten en als eerstvolgende aan de beurt bent om in de tandartsstoel te gaan zitten. Maar nu, na het Wilhelmus meegeblèrd te hebben, lopen we met z’n allen opgelucht en uitgelaten terug naar de metro. Uit een busje van de gendarmerie klinken de Snollebollekes en hop daar gaan we van links naar rechts. Een winkelier heeft iets verderop ook muziek aangezet, hij probeert het met 99 Luftballons van Nena. Nee, is niet van ons maar hé we rekenen het gewoon goed dus lallen ook hier mee. Op de balkons van de flatgebouwen waar we tussendoor lopen staan mensen met kleine kinderen te filmen, duimen gaan omhoog. Zelfs in deze buitenwijk leven de Spelen en is het feest.
Het is buitengewoon dorstig weer, we hebben nog honger dus ploffen weer terug in het centrum op een terrasje neer. Bier, aperol spritz, een goed bord charcuterie. We proosten op het succes, wat hebben we het goed en wat genieten we als gezin van deze dagen.
Morgen moeten we naar huis, we hebben geen kaartjes meer voor wedstrijden maar ik wil het hier niet bij laten. Morgenochtend is de marathon van de mannen. Het is nu al laat, de wedstrijd begint vroeg maar ik wil daar bij zijn. Ik slaap morgenavond wel in de trein naar huis.