De wereldtop van het driebanden was afgelopen week in Veghel actief voor een wedstrijd in het kader van de World Cup. Mede door de sponsoring door internationaal gerenommeerde merken als Van Wanrooij Bouw & Ontwikkeling en S.I.S. Schoonmaak en Herstel Nistelrode was het de organisatie gelukt om alle sterren naar het driebandgekke Brabant te halen.
De laatste keer dat ik iets van driebanden op televisie heb gekeken moet ergens in de vorige eeuw geweest zijn, zo rond kwart voor 8 op een zondagavond. Als afsluiter van Studio Sport nog even een paar opmerkingen over moyennes en het gevaar van een klos, met uiteindelijk altijd Dick Jaspers die tevreden zijn keu in de lucht stak om weer een Nederlandse/Europese/Wereldtitel te vieren.
Ziggo Sport heeft de rechten van deze World Cup wedstrijd bemachtigd, ik val na een intensieve Champions League avond in de samenvattingen van de die dag gespeelde wedstrijden en ben gelijk verkocht. Lekker met een dekentje op de bank naar caramboles kijken met de zalvende stem van commentator Bert van Manen, hier kan geen Mindfulness app tegenop.
Het eerste potje dat ik zie, gaat tussen de Zuid-Koreaan Myung-Woo Cho en onze eigen Barry van Beers. Cho is sinds begin dit jaar weer terug in het circuit nu zijn militaire dienst erop zit en heeft als bijnaam ‘de Kleine Cho’ (jammer dat Bert niet gelijk vertelt of er ook een Grote Cho is, ik heb na een paar dagen googelen nog steeds het antwoord niet). Cho vindt driebanden echt heel erg leuk, hij traint namelijk tien uur per dag; volgens Bert niet zo verstandig omdat overtraind raken ook bij driebanden op de loer ligt. Volgende weetje van Bert: er zijn in Zuid-Korea twee tv-kanalen die 24/7 driebanden uitzenden. Ik moet dat even op me laten inwerken en vraag me af hoe lang ik non-stop naar Dick Jaspers zou kunnen kijken. Met een beetje voorbereiding moet vier uur wel kunnen, schat ik, daarna gaat de weerzin tegen weer een ‘lange band korte band lange band’ combinatie vermoedelijk heel snel toenemen. Nu ik toch zit te googelen heb ik gelijk even gecheckt of er een wereldrecord ‘Dick Jaspers kijken’ is. Gelukkig is dat er niet.
Zodra een speler 20 caramboles heeft bereikt, wordt er een pauze ingelast. De scheidsrechter plaatst een bordje op de tafel, zodat het voor iedereen duidelijk is dat de partij nog verder gaat en dat de ballen dus op hun plaats moeten blijven liggen. Bert is gestopt met commentaar geven en het valt me nu pas op dat er zachte pianomuziek in de speelzaal klinkt, zo’n melodietje zonder voor- en achterkant dat je normaal alleen maar hoort als je op je babi pangang met extra kroepoek zit te wachten.
De pauze geeft de regisseur de kans om wat sfeerbeelden van de tribunes te tonen. Stel daar niet al te wilde taferelen bij voor, laten we zeggen dat de oudere generatie goed vertegenwoordigd is. De meeste toeschouwers zitten verveeld voor zich uit te staren, alsof ze de zaal hadden betreden in de veronderstelling aan de wekelijkse Veghelse bingo mee te kunnen doen maar de nieuwsbrief hebben gemist. Een wave gaat hier niet plaatsvinden, maar er wordt ook niet met bier naar spelers gegooid en dat is ook wel eens fijn.
Ik probeer elke dag wat van de wedstrijden te bekijken, vooral voor het commentaar van Bert. Zo leer ik dat je een bal zowel aan de professionele als aan de amateurkant kunt missen. Het heeft iets te maken met het wel of niet snijden van de bal, de kracht bij het achterlangs doorhalen van de trekstoot of het tegendraads effect dat bij de losse band gespeeld moet worden; ik moet het nog even terugkijken want Bert dumpt ineens wel heel veel jargon in zijn microfoon.
Gelukkig worden de partijen van Dick ook uitgezonden. Het is me niet helemaal duidelijk of Dick tegenwoordig wat strakkere overhemden draagt of dat er wat meer Dick bij is gekomen, maar hij kan als 57-jarige nog prima mee. Het toernooi winnen lukt niet, die eer gaat naar een andere legendarische naam: Torbjörn Blomdahl.
Blomdahl is inmiddels 60 jaar, maar nog altijd bijzonder fanatiek. Geweldig om te zien dat hij na drie miljoen gemaakte caramboles nog steeds kan balen van een misser. Waarschijnlijk is hij gewoon de Grote Cho.