“Kracht, lenigheid en reflexen zijn het best tussen het twintigste en dertigste jaar. Daarna nemen ze langzaam af.”
Aldus een medische bron op het internet.
Afgelopen zondag stond ik met twee vrienden in een pool & darts café in Rotterdam. Beetje pijltjes gooien, bittergarnituurtje, IJwitje erbij. Gewoon een lekkere middag met de mannen. Op de televisie boven de bar werd de finale van Wimbledon uitgezonden dus die wedstrijd konden we mooi in de gaten houden.
Terwijl ik een mini frikandelletje in een bakje mayo sta te dopen, zie ik Carlos Alcaraz over de baan stuiteren. Twintig jaar en dan al in de Wimbledon finale staan. Als beginnend vijftiger toch wel een beetje confronterend want wat deed ik eigenlijk op die leeftijd? Het actiefste deel van mijn sportleven had ik al achter de rug, ik tenniste nog steeds maar met vrienden voor tien gulden (studententarief!) onbeperkt spareribs eten in eetcafé De Sloep was ook erg aantrekkelijk.
Ik zie de vader van Carlos op de tribune mee lijden, met hem kan ik me nu meer identificeren. Ik weet nog hoe ik me voelde toen mijn dochter de troostfinale van het plaatselijke pannenkoekentoernooi speelde dus ik weet als geen ander wat hij nu moet doorstaan.
We missen het einde van de wedstrijd, we zitten inmiddels aan de biefstuk bij Loetje. Maar met mobiele telefoons is het nieuws nooit ver weg dus we krijgen zo goed als live mee dat Carlos in vijf sets Novak Djokivic verslaat, waarmee hij nog maar eens benadrukt dat hij de nieuwe heerser in het mannentennis gaat worden. En even zo belangrijk, hij voorkomt dat Djokovic op gelijk hoogte met Federer komt qua aantal Wimbledon titels (waarvoor dank!).
Het is inmiddels woensdag, we zijn dus drie dagen verder en ik heb nog steeds spierpijn in mijn arm. Van zes potjes darts. Geloof niet alles wat op het internet staat, wordt er altijd gewaarschuwd. Maar die medische bron heeft wel een heel klein beetje gelijk.