Gladiatrices

Het is april, het weer wordt langzaam beter en we laten de wintersporten achter ons. Even geen crossende Fem van Empel meer, Erben Wennemars mag zijn microfoon weer een half jaar wegstoppen en Jutta kan weer fulltime bij Jake Paul op schoot gaan zitten. Tijd voor een terugblik.

Iedere niet-Olympische winter zakt mijn interesse voor het langebaanschaatsen wat verder weg. Ik heb er altijd heel graag naar gekeken, maar het is eigenlijk al jaren veel te veel: kwalificatiewedstrijden, kwalificatiewedstrijden om je te kwalificeren voor de kwalificatiewedstrijden, World Cups, blablabla. Van mij mogen we weer terug naar de tijd dat alleen de echt grote toernooien werden uitgezonden. Terug naar de tijd dat het EK en WK allround de absolute hoogtepunten van de winter waren, zeg maar in het tijdperk van Hilbert van der Duim via Hein Vergeer tot Falco Zandstra en Rintje Ritsma. Met het hele gezin een weekend lang voor de televisie, bij elke race de tussentijden meeschrijven en boos worden als iemand door het beeld liep waardoor je de tussentijd van Michael Hadschieff na 5600 meter miste.

In die tijd werden wedstrijden gewoon nog lekker op buitenbanen gehouden. Potentieel oneerlijker want meer kans op ongelijke omstandigheden of vogelpoep op de baan, absoluut. Maar wedstrijden in Collalbo of Bislett, dat was toch magisch. In de aanloop naar de grote kampioenschappen schreeuwden krantenberichten dat de Russen weer waanzinnige tijden hadden gereden op de Medeo baan van Alma Ata, een baan waarvan werd gezegd dat je daar het hele jaar meewind had. Mythische namen als Oleg Bozjev en Viktor Shasherin, het hele jaar diep weggestopt in hun vaderland  en dan twee keer per jaar in hun blauwe CCCP pakken strijdend tegen onze jongens. Behalve Thierry Baudet was niemand fan van ze, maar hun zeldzame aanwezigheid bij wedstrijden maakten die toernooien zo magisch.

Zelf ben ik nooit een briljant schaatser geweest. Ik heb nog ergens op zolder een stempelkaart van een molentocht door de Alblasserwaard liggen, een beetje rechtdoor schaatsen kon ik wel maar pootje over een bocht door was niet aan mij besteed. Ik heb het wel eens geprobeerd, op de plaatselijke ijsbaan (denk vooral niet aan Thialf-achtige taferelen, was meer categorie ‘ondergelopen weiland’). Ik wilde toch een keer proberen of ik het kon, op tv zag het er allemaal wel makkelijk uit. Dus hup vol een bocht in, beetje naar binnen hangen en de rechterschaats optillen. De volgende dag zat ik bij de huisarts, het viel uiteindelijk wel mee maar ja inderdaad een gekneusde heup kan best pijnlijk zijn.

Bewust van mijn eigen beperkingen is de afgelopen jaren de bewondering voor onze shorttrackers rap toegenomen. Shorttrack was voor mij lang de sport waarbij Canadezen en Koreanen elkaar de kussens in reden, geinig als beeldvulling als er verder niets te zien was maar eigenlijk niet zo interessant. Achteraf gezien moet ik toegeven dat ‘onbekend maakt onbemind’ ook hier van toepassing is.

Het begon allemaal met Sjinkie Knegt. Een opgewonden standje, stoere gozer, niet te verstaan maar door zijn telescoopbeen uitermate succesvol. Succes trekt aandacht, aandacht trekt meer sporters en een paar jaar later zijn we ineens een shorttrackland. De mannen doet het goed, de vrouwen doen het geweldig want met Xandra Velzeboer en Suzanne Schulting hebben we twee absolute wereldtoppers.

Een paar weken geleden vond het WK shorttrack in Ahoy plaats en inmiddels fan van de sport wilde ik hier bij zijn. Ik heb de hele zaterdagmiddag op het puntje van mijn stoel gezeten. Op televisie ziet het er allemaal al zeer indrukwekkend uit, maar live is het echt ongekend spectaculair. Alsof je naar een spel op de Playstation zit te kijken, de onmogelijkste inhaalacties worden uitgevoerd. Tijd is niet belangrijk, je racete tegen de rest en de manier waarop maakt niet uit, je moet als eerste over die streep. Het is een stoere sport en dat brengt stoere sporters met zich mee. Neem de Kazach Denis Nikisha, een van mijn persoonlijke favorieten. Met zijn spiermasse, grote baard en dito zonnebril doet hij Sjinkie toch een beetje tot een koorknaapje verbleken. Denis lijkt me zo’n type dat niet naar de winkel gaat om zijn gezin van voedsel te voorzien, maar in Kazachse rivieren met zijn blote handen de forellen uit het water slaat en op de terugweg ook nog een beer achter zich aan sleept. Puur natuur, deze gozer.

Hoe gaaf de sport ook is, je moet als sporter ook wel een beetje mazzel hebben om succesvol te zijn. Het aantal valpartijen is groot en na iedere race kijkt de jury de beelden na, ongeoorloofde acties kunnen tot uitsluiting leiden. Het zat onze Nederlanders niet echt mee. Vooral Schulting was aan de beurt, met een valpartij en een diskwalificatie waren haar individuele afstanden dramatisch. Maar shorttrackers gaan altijd door en na een dag vol teleurstellingen kwalificeerden de dames inclusief Schulting zich glorieus voor de finale van de estafette. De speaker greep dit moment aan om ook even los te gaan en gilde door zijn microfoon ‘Ahoy, laat je horen voor onze gladiatrices’.

Ik ben helemaal om. Tijdens de Olympische Spelen van 2026 in Milaan ga ik ongetwijfeld nog het langebaanschaatsen volgen, maar een tien kilometer met Jorrit Bergsma is voor mij echt verleden tijd. Shorttrack is mijn nieuwe favoriete ijssport: Forza gladiatrices!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *