Het gaat hard in tennisland. Na het afscheid van Serena Williams kondigde Roger Federer vorige week aan dat hij er ook mee gaat stoppen. Te oud, het lichaam wil niet meer. Het zat er aan te komen.
Direct kwam de discussie over de GOAT weer op gang, de Greatest Of All Time. Hierbij gaat het vaak over cijfertjes en dan vooral het aantal gewonnen Grand Slam toernooien. Omdat we nu in het tijdperk van Federer-Nadal-Djokovic leven en zij veruit de meeste Grand Slams hebben gewonnen, gaat het in deze discussie altijd om deze drie.
Federer (20) won minder Grand Slam toernooien dan Nadal (22) en Djokovic (21) en is op basis hiervan dus niet de GOAT. Maar wat een indrukwekkende reeksen heeft hij op Grand Slam niveau neergezet.
- Op ieder van de vier toernooien heeft hij minimaal vijf keer de finale gehaald.
- In de periode Wimbledon 2005 t/m de Australian Open 2010 speelde hij in elk toernooi de finale, op de Australian Open van 2008 na waar hij in de halve finale verloor.
- Hij won in drie verschillende jaren (2004, 2006 en 2007) zowel de Australian Open, Wimbledon als de US Open. In 2006 en 2007 haalde hij ook nog de finale van Roland Garros.
- Vanaf Wimbledon 2004 haalde hij zonder onderbreking 23 keer achter elkaar minimaal de halve finale en 36 keer de kwartfinale.
- Op Wimbledon heeft hij in de periode 2003 – 2021 ieder jaar minimaal de kwartfinale gehaald, op 2013 na waar hij in de tweede ronde verloor van Sergiy Stakhovsky die toen 13 niveaus boven zijn normale kunnen speelde. In die reeks haalde hij 12 keer de finale waarvan hij er 8 won.
De waardering van sporters gaat echter niet alleen over het aantal gewonnen prijzen (want dan zou Berry van Aerle een betere voetballer zijn geweest dan Dennis Bergkamp). Wat als we kijken naar de manier van spelen, de betekenis voor de sport en vooral populariteit, criteria die niet meetbaar zijn?
Tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Beijing kon Federer niet in het Olympische dorp verblijven omdat hij continu werd aangeklampt door medetopsporters om samen op de foto te gaan. Dus niet tijdens de lokale clubkampioenschappen, maar het sportevenement waar de besten uit alle sporten samen komen.
Het mooiste voorbeeld van zijn populariteit valt voor mij samen met een persoonlijk herinnering. In 2012 speelde Nederland tegen Zwitserland voor de Davis Cup. Bij de Westergasfabriek in Amsterdam was speciaal een gravelbaan aangelegd, met niet al te hoge tribunes waardoor wij als toeschouwers dicht op de baan zaten.
Het was koud en regenachtig, maar de stemming zat er voor de wedstrijd al goed in door een groep studenten voor ons die zicht- en hoorbaar net uit de kroeg was gerold. Iedere keer als Gangnam Style van PSY (was toen net uitgebracht) uit de speakers schalde, sprong de hele groep op en begon met benevelde motoriek het bijbehorende dansje te doen. Op één dame na, die zo dronken was dat ze continu van haar klapstoel gleed. Haar medestudenten losten dit op door haar met wat riemen aan haar rugleuning vast te binden.
Deze studenten hadden een spandoek meegebracht, dat uitgerold werd toen de teams voor de openingsceremonie de baan op kwamen. Thiemo de Bakker, die de eerste wedstrijd tegen Federer moest spelen, keek hoopvol onze kant op. Zou het voor hem zijn? Nee, dat zou het niet.
‘The legend returns’ stond er in grote letters, met daaronder een afbeelding van een juichende Federer.
Groter kan de adoratie niet zijn voor een sporter, een eigen spandoek bij een uitwedstrijd.
Federer is voor mij de absolute GOAT van tennis, met Reto Schmidli als goede tweede. Reto, nu een gewaardeerd politieagent in Basel, won als 13-jarige als enige tennisser ooit met 6-0 6-0 van (een toen 10-jarige) Federer.