Ietsje meer Berry, graag!

Drie jaar geleden speelde Ajax tegen Getafe in de Europa League. Het was werkelijk niet om aan te zien, vooral de thuiswedstrijd. Negentig minuten lang waren de Spanjaarden maar met één ding bezig: niet voetballen. Rollen over de grond, tijdrekken, zuigen. Ryan Babel werd er op een gegeven moment zo gek van dat hij zich theatraal liet vallen naast een Spanjaard die op de grond lag te gillen alsof alle botten in zijn lichaam waren gebroken. Toen de Spanjaard naar de zijlijn strompelde, deed Babel hem als een amateur acteur na. Hij zou er geen Gouden Kalf voor krijgen, maar zijn toneelstukje maakte duidelijk dat een Ajacied niet van dit theater houdt. Zelfs Sjaak Swart, normaal de meest objectieve toeschouwer in de Arena, kon zijn woede nauwelijks onder woorden brengen. Het zal iets in de trant van ‘hun maken ons voetbal kapot, dat zal Johan ook gevonden hebben’ geweest zijn.

Afgelopen zondag werd de bekerfinale PSV – Ajax in de Kuip gespeeld. Het was Ajax – Getafe in het kwadraat. In de eerste helft werd er 25 minuten gevoetbald, de rest werd gevuld met klieren, schelden, duwen en trekken. Het had allemaal niets met voetbal te maken. PSV maakte zich er zeker ook schuldig aan, maar Ajax ging voorop. Davy Klaassen, wellicht bang dat hij weer een aansteker op zijn hoofd zou krijgen, was bij elk opstootje te vinden. Dusan Tadic, de laatste maanden afgegleden van goede voetballer naar slecht acteur, lag continu op de grond te rollen alsof zojuist zijn carrière aan flarden was geschopt.

Het is zo doorzichtig allemaal, zo slecht, zo onnodig. Het treurigst zijn de voetballers die kermend op de grond liggen, zien dat de scheidsrechter niet fluit en dan opspringen om bij hem verhaal te gaan halen; ze hebben gewoon niet door dat ze daarmee aantonen dat de scheidsrechter het goed had gezien.

Willem Visser, journalist bij de Volkskrant, schreef in zijn column dat het lang geleden was dat er zo slecht in de Kuip was gevoetbald. Briljant.

Na afloop kwamen de standaard excuses. Voetbal is emotie. Er stond veel op het spel. We hebben een winnaarsmentaliteit getoond. Bla bla bla.

Dezelfde Willem Visser vroeg op de persconferentie aan Klaassen waar dit nou allemaal over ging. ‘Maar een schop kan echt pijn doen, hoor,’ zei Davy in een poging er nog iets van te maken. Na de persconferentie liet Davy aan Willen de schade aan zijn been zien, met een beetje goede wil was er inderdaad een rood plekje te zien.

Zou Davy wel eens naar wielrennen hebben gekeken? Renners duiken in ravijnen, vallen in prikkeldraad, slaan over de kop over vluchtheuvels. Maar zolang ze nog een hartslag hebben stappen ze gewoon weer op hun fiets.

De beste man van het veld kwam pas bij de huldiging in beeld. Berry van Aerle. Berry is zowel de doodnormaalste als één van de meest succesvolle voetballers uit onze geschiedenis. Vele landskampioenschappen, bekers, de Europa Cup I en natuurlijk het EK in 1988. Maar Berry bleef gewoon Berry. Berry werd na zijn profcarrière postbode; vrolijk fietste hij dagelijks op zijn Gazelle door zijn Helmond op weg naar de volgende brievenbus. Later kwam hij in dienst bij PSV. Hij begon in de fanshop, werd supporterscoördinator en ten slotte scout.

Tijdens het EK 88 werkte Berry zich als rechtsback uit de naad om Gullit en Van Basten te laten schitteren, resulterend in de enige prijs die het Nederlands Elftal ooit heeft gewonnen. Waar Owen Wijndal na één goede pass bij Ajax roept dat hij onderdeel is van de beste linkerflank van Europa, bleef Berry ook onder dit succes normaal doen.
‘Ik vind het echt schitterend, ik ken het gewoon niet geloven,’ riep Berry een paar keer in de microfoon na de historische overwinning in de halve finale op West-Duitsland.

De huidige generatie voetballers kan een hoop leren van Berry. De tijden zijn veranderd, dat begrijp ik ook wel: meer geld, meer aandacht, meer status. Maar blijf nou gewoon een beetje normaal doen en ga lekker voetballen. Wees een beetje meer Berry.

De ultieme fan

Buenos Aires, begin jaren negentig

‘Papa, alle buitenlandse zenders doen het niet meer!’
‘Klopt, ik heb het abonnement opgezegd omdat niemand er naar keek. Zonde van het geld.’
‘Nee papa nee, ik kijk wel! Nu kan ik het voetbal niet meer volgen.’
‘Hoezo? De wedstrijden van Boca Juniors worden gewoon op Argentinië 1 uitgezonden hoor.’
‘Boca Juniors, pff. Ik wil John de Wolf zien, Ulrich van Gobbel, Jozsef Kiprich.’
‘Ken ik niet. Waar spelen die dan?’
‘Papa, jij bent echt een beetje dom hè. Mano a mano. Rotterdam. Feyenoord!’
‘Rotterdam, dat is Nederland toch? Ik vind het allemaal prima met je, maar als je ze zo graag wil zien voetballen dan ga je lekker zelf maar een keer naar dat land. Maar ook daar ga ik niet voor betalen. Zoek een baantje. Of maak vrienden met een Nederlander, connecties zijn altijd handig.’

Dertig jaar later

I barbari

Rome is mijn favoriete stad. Het Pantheon, de Trevifontein, het Vaticaan en natuurlijk het Colosseum; hoogtepunten van een stad die zich aan iedere bezoeker als één groot openluchtmuseum openbaart. De Via Appia, beter bekend als de Coolsingel van Rome, is een van de oudste door mensen aangelegde wegen. Alles ademt historie.

Door mijn liefde voor de stad volg ik ook AS Roma. Het is niet mijn favoriete Italiaanse club, dat is AC Milan (want Van Basten en Gullit), maar Roma heeft het mooiste embleem. De wolf met de broers Romulus en Remus als afbeelding van het mythische verhaal over het ontstaan van de stad, schitterend op het bordeaux-oranje tenue. In mijn kledingkast liggen een paar trainingsshirts, in een opwelling aangeschaft vanwege dat embleem. Beetje uit de categorie ‘dat doe je toch alleen maar als je vijftien bent’, maar ze doen het prima in de sportschool.

De laatste jaren staat mijn relatie met de club behoorlijk onder spanning door de clashes met Feyenoord. In 2015 ging het mis in de Europa League, zowel op als naast het veld. Dat laatste domineerde het nieuws toen Feyenoord-supporters een eeuwenoude fontein probeerden te slopen. Dat was niet best; de Romeinse krantenkoppen spraken terecht over ‘I barbari’, verwijzend naar het volk dat in de oudheid het Romeinse rijk bedreigde.
Vorig jaar speelden de clubs de finale van de Conference Cup tegen elkaar. Roma won op z’n Mourinho’s, uit frustratie heb ik toen mijn trainingsshirts achterin de kast gelegd.

Afgelopen donderdag was de kans op revanche. Kwartfinale van de Europa League, de 1-0 thuisoverwinning moest in Rome verdedigd worden.

De hele wedstrijd had ik een open applijn met collega Wim. ‘Jahanbakksh eruit, Paixao erin’ was onze gezamenlijke conclusie tijdens de rust. Het was nog 0-0, er was niets aan het handje maar als voetbalkenners (want Feyenoorders) voelden we allebei aan dat we moesten blijven voetballen (kennersterm voor: niet met je kont in de eigen zestien blijven hangen en alleen maar die bal naar voren peren). Bij de 1-0 van Roma was het even schrikken maar toen Paixao 20 minuten later de 1-1 maakte, appten we tevreden dat we dit toch maar even goed gezien hadden. Negen minuten later, toen Dybala één minuut voor tijd de 2-1 maakte waardoor we moesten gaan verlengen, sloeg de tevredenheid in onze appjes om.

‘Die 1-0 had niet geteld mogen worden, het was een corner en geen ingooi. En het was hands. Zit de VAR te slapen?’
‘We hadden zeker twee penalty’s moeten hebben.’
‘Waar is Kökcu? Hij moet het nu doen.’
‘Ja zie je, dit krijg je dus als je niet blijft voetballen. Man man man.’
‘Welke idioot heeft de regel afgeschaft dat uitdoelpunten dubbel tellen?’

Gewoon even lekker ouderwets zeiken, dat was er nog weinig van gekomen in dit bijna vlekkeloze seizoen.

Voordat de verlenging begon, wisten we al hoe dit ging aflopen. Het Stadio Olimpico ontplofte, als in een modern Colosseum schreeuwden de tifosi om Rotterdams bloed. Grote aanjager hierin was maar weer eens Mourinho, bedenker van de cursus ‘Treiterend voetballen doe je zo’. Het theater was begonnen, spelers gingen nog fanatieker rollend over het gras, ballenjongens wilde geen bal meer naar een Feyenoorder gooien. De scheids stond er bij en keek er naar, er was geen houden meer aan.

Het was een gelijkwaardig gevecht, wat waren we er dichtbij. Een sympathieke tegenstander maakt een nederlaag vaak dragelijker, het omgekeerde is ook het geval. Mourinho met zijn nare uitstraling heeft zo’n negatieve impact op elke club waar hij werkt. Zijn huidige assistent Salvatori Foti kreeg tijdens de wedstrijd een rode kaart omdat hij Gimenez bij de zijlijn naar de grond trok, echt een absurde actie. Deze man is sowieso niet helemaal lekker in zijn hoofd, dit was al zijn derde rode kaart van dit seizoen. Nog maar even herhalen: dit is dus een assistent-trainer. En om het nog triester te maken: de begeleidingsstaf van Mourinho kreeg dit seizoen in totaal al twaalf rode kaarten.

Mocht Arne Slot na dit seizoen besluiten om Feyenoord te verlaten, dan melden Wim en ik ons bij deze aan als zijn vervangers. De KNVB zal dan wel weer beginnen over ‘hebben jullie wel de juiste diploma’s daarvoor’? Nee, dat hebben we niet. Maar als barbaren als Mourinho en Foti een team mogen coachen, dan mogen wij dat ook.

De meeste mensen deugen

Het was een kwestie van tijd voordat het weer eens goed fout zou gaan.

In 1987 hadden we het bommetje naar de keeper van Cyprus. Twee jaar later het staafincident tijdens Ajax – Austria Wien. In 2011 rende een Ajax-fan tijdens een bekerwedstrijd het veld op om de keeper van AZ aan te vallen. In 2015 was een eeuwenoude fontein in Rome niet veilig voor een groep Feyenoord-supporters.

Daarna was het jarenlang relatief rustig – met nadruk op relatief – in en rond de voetbalstadions, in ieder geval in mijn beleving (maar is wellicht een gevalletje ‘geen actieve herinnering’).

Totdat corona uitbrak.

Begin 2020 werd de lopende competitie stilgelegd, het was de enige juiste beslissing maar iedere liefhebber miste het voetbal. Na de zomer mocht het nieuwe seizoen starten, weliswaar in lege stadions maar het balletje rolde weer. Al snel bleek dat voetbal zonder publiek wel heel karig is; clubs besloten met opgenomen geluiden door de speakers het publiek na te bootsen, het klonk wat knullig maar de essentie was duidelijk: voetbal kan niet zonder publiek. De opluchting was dan ook groot toen met het terugdringen van corona de toeschouwers weer toegelaten konden worden.

Helaas heeft deze periode niet een collectieve bezinning opgeleverd. Integendeel zelfs, achteraf gezien waren de avondklokrellen een voorbode voor de richting waarin onze maatschappij in het algemeen en de voetbalwereld in het bijzonder zich begeeft. In een gechargeerde notendop: als we het ergens niet mee eens zijn gaan we op z’n minst protesteren maar liever nog rellen, het ligt altijd aan een ander, respect is zo jaren 90, het is prima om tegenstanders te bedreigen en luisteren naar deskundigen doen we sowieso niet meer. Nuance, hoe schrijf je dat?

Veel van deze facetten kwamen terug rondom de twee halve finales van de KNVB beker die deze week werden gespeeld.

Dinsdag, Spakenburg – PSV. Bij winst zou Spakenburg de finale op zondag 30 april moeten spelen. Spakenburg is echter een streng religieuze club, in hun statuten staat dan ook dat voetballen op zondag verboden is. Prima, moet ook gerespecteerd worden. Alleen is zo’n bekerfinale niet een verjaardagsfeest dat je zomaar even verzet omdat je oom en tante op de geplande datum niet kunnen. De voorzitter van Spakenburg, gevraagd naar hoe dit na een eventuele winst op PSV dan opgelost zou moeten worden: ‘Dat is toch niet ons probleem.’
Het gaat me hier niet om religie, maar om het principe dat wél respect wordt gevraagd voor het eigen standpunt maar er geen oog is voor de gevolgen van dat standpunt; dat moet een ander dan maar oplossen.
Dat een deel van het Spakenburgse publiek Xavi Simons consequent voor ‘homo’ uitmaakte, maakte het er allemaal niet fraaier op. Ben benieuwd wat daarover in de statuten is opgenomen.

Woensdag, Feyenoord – Ajax. Feyenoord draait een wereldseizoen en gelet op de resultaten uit het recente verleden verwachtte heel Rotterdam dat deze wedstrijd ook even gewonnen zou worden; ikzelf ook (ik heb het in mijn vorige blogs denk ik aardig verborgen kunnen houden, maar mijn voetbalhart ligt in Rotterdam-Zuid).
Wat een afknapper werd het. Begon al weer met vuurwerk, blijkbaar is het niet relevant dat de club daarvoor ieder jaar als straf tonnen moeten overmaken omdat dit nou eenmaal niet mag; ze blijven het gewoon doen. Maar dat was nog maar voorspel vergeleken bij de aansteker uit Roelofarendsveen.

Terecht kwam er een massale verontwaardiging over deze schandalige actie op gang. De tegenreacties zijn echter tekenend voor het huidige denken. Mijn absolute favoriet: ‘Het is de schuld van ESPN, zij wilden dat er aan die kant geen net zou hangen zodat het niet storend was voor de tv beelden.’ De waanzin van deze logica is nauwelijks te beschrijven.

De KNVB grijpt nu in. Het bij elke wedstrijd gooien van bierglazen naar spelers, de supporter van PSV die de doelman van Sevilla op het veld aanviel, de Groningse fan die een eigen speler een klap op zijn hoofd gaf; het was allemaal nog niet genoeg om actie te ondernemen. De aansteker is de bekende druppel.

De maatregelen gaan over het staken van de wedstrijd. Het is een begin, maar twijfelachtig dat er toch weer een voorbehoud is ingebouwd. Bij één keer gooien wordt de wedstrijd stilgelegd; als na de hervatting nogmaals iets wordt gegooid, wordt deze definitief gestaakt. Als bij de eerste keer echter iemand wordt geraakt, treedt de staking direct op. Waarom dit onderscheid? Maakt het echt uit of iemand wel of niet kan mikken?
Het is goed dat er eindelijk maatregelen komen, maar ben toch benieuwd waarom niet vooral de daders zelf worden aangepakt. Er wordt gestrooid met stadionverboden, terecht maar ik betwijfel of ze dat tegenhoudt. Waarom worden boetes niet verhaald op de daders? Moet er niet een rekening naar Roelofarendsveen?
En wat gaat er gebeuren met een gestaakte wedstrijd? Overspelen zonder publiek, geen punten voor beide teams of alleen het eigen team? En krijgen we in dat geval dan een invasie van aanstekergooiers in de stadions van concurrenten?

Het blijft zo ontzettend jammer (understatement) dat de goeden altijd weer onder de kwaden moeten lijden. Ik heb De meeste mensen deugen van Rutger Bregman maar weer eens uit mijn boekenkast gehaald. Ik wil blijven geloven dat de titel nog steeds van toepassing is, maar het boek voelt iedere keer weer ietsjes dunner aan.

VDP en zijn maatjes

Vroeger was alles zeker niet beter, maar wel overzichtelijker. Neem de wielerwereld.

Veldrijden, dat was Hennie Stamsnijder, Sven Nys, Henk Baars, Luca Bramati, Rein en Richard Groenendaal. Mijn persoonlijke favoriet was Martin Hendriks; niet omdat hij nou zoveel won, maar omdat van hem is blijven hangen dat hij voor de wedstrijd altijd pannenkoeken at en ik bijna 30 jaar na zijn laatste wedstrijd nog altijd hoop met die kennis een keer een potje Triviant te kunnen winnen (mocht iemand dit nu door deze blog overkomen: ik wil dan graag een vermelding als bron).
Deze mannen waren wekelijks op televisie van laten we zeggen november tot februari, zodra de sneeuw verdween en de weilanden op begonnen te drogen zetten zij hun fiets weer achterin de garage.

Vervolgens kwamen de klassieke renners uit hun winterslaap. Johan Museeuw, Tom Boonen, Fabian Cancellara. Mannen die verschrikkelijk hard rechtdoor konden rijden, het liefst over hobbeldebobbel kasseienstroken; zij heersten in koersen als de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Een paar maanden later was het tijd voor de grote rondes. Bernard Hinault, Miquel Indurain, Greg Lemond, Pedro Delgado. Al dan niet voorzien van wat verboden hulpmiddelen ramden zij over de hoogste Europese bergen in hun gevecht om de mooiste wielertruien.

Veldrijders, klassieke renners, ronde renners. Een overzichtelijke scheiding, al waren er natuurlijk uitzonderingen. Eddie Merckx kon elke wedstrijd op de weg winnen, Adrie van der Poel werd wereldkampioen veldrijden en won ook een aantal wegklassiekers.

In het huidige tijdperk zijn de hokjes weg. We zitten nu in het tijdperk van de grote drie: Wout van Aert, Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel.

Wout, Pogi en VDP kunnen alles.

Wout, Belg. Is voormalig wereldkampioen veldrijden, won klassiekers als Milaan-San Remo en de Amstel Gold Race. Dat maakt al een briljante carrière, maar in de Tour is hij inmiddels ook een zeer grote meneer. In 2021 won hij in die ronde zowel een sprintetappe, een bergetappe als een individuele tijdrit. Ongekend. Vorig jaar speelde hij in de mooiste Tour in jaren een hoofdrol, mede door zijn sleurwerk werd Pogi in de bergen gesloopt.

Pogi, Sloveen. Won in 2020 zijn eerste Tour door een briljante tijdrit en heerst sindsdien op het asfalt. Won Luik-Bastenaken-Luik, een klassieker die voor meer ronderenners goed te doen is. Afgelopen weekend was hij briljant in de Ronde van Vlaanderen en reed hij de hele boel op een hoopje. Pogi in vorm is niet te stoppen.

En dan onze eigen VDP. Huidig wereldkampioen veldrijden en was vorig jaar waarschijnlijk ook wereldkampioen op de weg geworden als twee Australische meiden wat beter waren opgevoed. Droeg in 2021 een aantal dagen de gele trui. Won de Ronde van Vlaanderen al twee keer en pakte dit jaar Milaan-San Remo waarbij hij op de Poggio die andere twee eraf reed. Zijn overwinning in de Amstel Gold Race in 2019 was legendarisch, de manier waarop hij won kon eigenlijk helemaal niet. Geniet hier nog even van zijn finish, inclusief gratis taalcursus.

Deze drie beheersen het peloton. Niet alleen omdat ze de overwinningen aaneenrijgen alsof ze een bingokaart moeten vullen,  maar ook door hun manier van koersen. Niks wieltjesplakken of linkeballen, gewoon knallen door aan te vallen.

Wielrennen is in dit tijdperk een genot om te kijken. Er mist eigenlijk nog maar één ding. Ik wil dat Pogi ook gaat veldrijden, ik wil hem met een fiets op zijn nek over balkjes zien springen in Koksijde, Sint-Michielsgestel, Hoogerheide. Beetje trainen, het pannenkoekenrecept bij Martin opvragen en dan moet hij dat ook aankunnen.

Het hele jaar door gevechten tussen deze grote drie. Wordt het toch weer overzichtelijk.

Beste Johnny

(Of is het Sjonnie? Ik weet nooit zo goed hoe jullie dat daar uitspreken)

Allereerst hartelijk dank voor je brief van vorige week! Ik las hem nu net omdat hij pas vandaag werd bezorgd, je had namelijk een foutje in mijn adres gemaakt dus hij was eerst verderop in de straat afgeleverd. Ik woon op nummer 2 en dan 3 hoog, dat schrijf je niet als 23 maar als 2-3. Mogelijk lastig om dit te onthouden, wellicht kun je hier zelf een ezelsbruggetje voor verzinnen.

Maar fijn dat jullie gewoon konden spelen, viel qua ziekte uiteindelijk allemaal wel mee dus. Als ik het zo zag hebben jouw spelers gisteren op hun maximale niveau gepresteerd, hulde na zo’n lastige voorbereiding. Jullie hebben zelfs een kwartier voor gestaan (vooruit, laten we de pauze meerekenen en er een half uur van maken), dat moet jullie vertrouwen geven voor het restant van het seizoen.

Ik heb je na afloop nauwelijks meer gesproken dus weet niet precies wat je van de wedstrijd vond. Zelf was ik redelijk tevreden, het kan altijd beter maar we hebben deze week tien keer gescoord dus ik moet eigenlijk niet klagen.

Nog wel even een vraagje naar aanleiding van jouw persconferentie van vorige week. Op de vraag ‘waar ligt de zwakte van Feyenoord’ antwoordde jij ‘dat gaan jullie zondag zien’. Kun je me nog even laten weten wat je daar nou precies mee bedoelde? Ik probeer zelf nog elke dag te leren van ervaren trainers zoals jij dus ik hoor graag van je. Je kunt me weer een brief schrijven (let dus op het huisnummer), maar kan ook via de mail (trainer@voetbalhoofdstad.nl) of telefonisch. Mijn mobiel nummer is 06-02001023, ik spreek het zelf meestal uit als 020 010 23.

Sowieso denk ik wel een goed idee om elkaar af en toe te spreken. Ik weet niet of je volgend jaar nog trainer bent in de Arena, mocht dat het geval zijn dat wil ik je best wel uitleggen hoe het er aan toegaat in de Europa League. Met een beetje gunstige loting en wat tips kunnen jullie daar prima een paar rondes overleven.

We houden contact.

Groeten,
Arne

P.S. Ik heb jouw interesse om mee te helpen bij de evenementen op de Coolsingel doorgegeven aan de organisatie. Ze zien zeker mogelijkheden, maar twijfelen over de invulling van jouw rol. Had je daar zelf al gedachten over?

Zondag

Beste meneer Slot,

Zoals u wellicht weet, spelen onze elftallen aanstaande zondag tegen elkaar (ik check het even voor de zekerheid, jullie spelen vaker dan wij dus misschien was het aan jullie aandacht ontsnapt).

Nou is het volgende het geval. Ik kom net terug van een vroeg avondje bioscoop, zette thuis mijn telefoon aan en zag dat er 25 berichten stonden in de whatsapp groep die ik met mijn spelers heb. Ik schrok toen ik door de berichten scrolde, de een na de ander heeft zich ziek gemeld. Vanochtend was er nog niets aan de hand, we hebben een prima training gehad maar ik denk dat de jongens tijdens de lunch iets verkeerds hebben gegeten; ik heb zelf nergens last van want neem altijd mijn eigen boterhammen mee. Blijkbaar duurde het even voordat ze er last van kregen, het eerste appje kwam net na kwart voor 7 maar daarna volgden ze snel achter elkaar. Om half 9 kreeg ik het laatste appje. Was van Sjaak Swart, hij wilde even doorgeven dat hij zondag niet komt kijken omdat hij zijn tuin zomerklaar wil maken.

Ik heb mijn spelers beterschap gewenst en gevraagd wanneer iedereen weer denkt te kunnen voetballen. Bijna niemand reageerde, alleen Berghuis. ‘Absoluut op z’n vroegst op maandag, ‘ antwoordde hij. ‘No way dat ik zondag kan spelen.’
Hij gaf ook nog aan dat hij zo’n spijt had van zijn keuze en zo graag weer terug zou willen; weet niet helemaal wat hij daarmee bedoelde, moet ik nog even achteraan.

Ik heb net met mijn assistenten overlegd omdat ik zelf graag de wedstrijd zou willen uitstellen. Zij hebben me echter ervan overtuigd dat we de KNVB daar niet mee moeten opzadelen, we gaan daarom bij hen aandringen op een reglementaire 0-3 overwinning voor jullie. Super vervelend natuurlijk allemaal, ik had echt zin in deze wedstrijd maar dit is pure overmacht.

Excuses voor het ongemak.

Groetjes,
J. Heitinga

P.S. Ik las laatst iets over een vacature voor werkzaamheden op de Coolsingel. Ik heb thuis even overlegd en ik mag van mijn vrouw, kunt u regelen dat ik ook op de lijst kom?

Vacature

Voor het begeleiden van drie evenementen zoeken wij enthousiaste en gastvrije medewerkers. Werkzaamheden bestaan uit het omleiden van het verkeer, bemannen van eet- en drinkkraampjes en het ondersteunen bij verkoop van fanartikelen. Na afloop moet de locatie zo snel mogelijk weer gereedgemaakt worden voor het volgende evenement aangezien deze kort op elkaar gehouden worden.

Ervaring met een zeer grote groep feestende mensen is gewenst, uit het verleden weten we dat deze evenementen massaal bezocht worden.

Je moet beschikbaar zijn voor minimaal twee van de drie evenementen. Geef duidelijk aan voor welke evenementen je ingezet wilt worden door de bijbehorende namen te vermelden. Dit zijn: Kampioenschap, Beker en Europa Cup.

We werken met tijdelijke contracten, maar verlenging is mogelijk indien de werkzaamheden naar tevredenheid worden uitgevoerd aangezien we verwachten deze evenementen jaarlijks te gaan organiseren.

Geïnteresseerden kunnen een motivatiebrief met pasfoto (voor mensen met achternaam Overmars: met pasfoto bedoelen we een foto van het hoofd) sturen naar evenementen@voetbalhoofdstad.nl.

Als onderdeel van de sollicitatie kan een background check worden uitgevoerd. Brieven van sollicitanten met de naam S. Swart worden ongeopend geretourneerd.

Periode: april – mei 2023

Locatie: Coolsingel

Regeltjes

Op de terugweg van een heerlijke skivakantie stoppen we net weer in Nederland voor een traditionele afsluiter bij de Mac. Geen traditie die in de geschiedenisboeken gaat belanden, maar ongetwijfeld herkenbaar. Een Big Mac menu (uiteraard met aardbeien milkshake) en vooruit nog een McKroket erbij, ik heb veel calorieën op de Oostenrijkse pistes achtergelaten en die moeten weer aangevuld worden (prima redenatie vind ik zelf).

Bestelling is doorgegeven, mooi even de tijd om het sportnieuws te checken. Het indoor EK atletiek is bezig, er wordt geschaatst voor het WK afstanden dus er zal vast wel iets moois gebeurd zijn. Ik open de Teletekst app (generatie dingetje) en scan de headlines.

‘Diskwalificatie dames vanwege enkel’

Een absoluut intrigerende kop, geen idee waar dit over gaat. Ik klik snel door naar de bijbehorende pagina en zie de woorden schaatsen, ploegenachtervolging en drama. Ik zie niet zo snel wat er nou precies gebeurd is, maar vermoed dat er ruimte gemaakt moet worden in de nationale sportanalen.

Ard Schenk, Gerard Kemkers, Erben Wennemars, Jan Ykema (heel vaak), Hein Otterspeer (heel erg vaak): allemaal gevallen in kansrijke positie. Maar vallen hoort bij schaatsen dus dat is nog enigszins te accepteren. De historische acties van Hilbert van der Duim, Falco Zandstra en Sven Kramer zitten echter in de buitencategorie, de categorie ‘dit had best voorkomen kunnen worden’.

Hilbert was begin jaren 80 een van de beste schaatsers, maar was ook de absolute koning van de knulligheid. Gleed tijdens het EK in 1981 in de bocht uit, naar eigen zeggen over een vogelpoepje. We dachten toen het hoogtepunt van Hilberts fratsen meegemaakt te hebben, maar hij overtrof zichzelf tijdens het WK in hetzelfde jaar door tijdens de 5000 meter een rondje te vroeg te finishen. Het hysterische commentaar van Leen Pfrommer (‘Hilbert jongen, je moet doorrijden’) maakt dit tot een absolute klassieker in onze sportgeschiedenis. Na zoveel jaren best leuk om terug te kijken, geniet mee.

Falco Zandstra had geen reputatie van prutser, maar zijn actie in 1995 tijdens het WK was ook niet best. Tijdens de laatste ronde van zijn 1500 meter begon zijn armband af te zakken, dat schaatst natuurlijk lastig dus Falco wilde hem weggooien. Hij kon hem alle kanten op gooien, maar de band belandde precies voor zijn voeten, of beter gezegd precies voor zijn rechterschaats. Klik hier voor het resultaat van zijn actie (met excuses voor het saaie Amerikaanse commentaar).

En dan Sven. In 2010 op weg naar Olympisch goud op de 10 kilometer, niets aan het handje. Totdat coach Gerard Kemkers hem op de kruising toeschreeuwt dat hij naar de binnenbaan moet wisselen. Lezers die dit willen terugkijken zoeken maar lekker zelf even op YouTube, ik wil het nooit meer zien.

Terug naar het heden. Diskwalificatie dames vanwege een enkel. Ik lees de Teletekst pagina nog eens door en begrijp het nog steeds niet. Bij een van de schaatsen van Beune was een stukje enkel te zien. Huh, schaatsen we in Saoedi-Arabië? Oh wacht. Dat had met een beschermingshoes bedekt moeten zijn.

Regeltjes. Die moeten er natuurlijk zijn. Spelregels zijn nodig om de kaders van een sport te bepalen. Een tennisbal achter de baseline is uit, de lat eraf springen bij hoogspringen is een ongeldige poging, de bal met je hand aanraken met voetbal is een overtreding (tenzij je een Argentijn bent tijdens het WK in Qatar).

Ook regels voor de veiligheid zijn belangrijk. Wielrenners zijn verplicht een helm te dragen, Formule 1 auto’s moeten voorzien zijn van een halo. Maar de beschermhoes bij de ploegachtervolging schaatsen, die kende ik niet.

Er zijn zoveel facetten aan dit verhaal die intrigeren.

Wat is dat voor regel? Ik begrijp het uitgangspunt, een schaats in een enkel is niet zo fijn en tijdens een ploegachtervolging is de kans op contact of een val reëel. Maar waarom moet alleen de enkel beschermd worden? En helpt het überhaupt? De mannen, geschrokken door de diskwalificatie van de dames, besloten wat extra tape op hun enkels te plakken zodat hun enkels niet te zien zouden zijn. Maar een stukje tape gaat het echt verliezen van een scherpe schaats. Wie houdt nou wie voor de gek?

En dan de controle. Blijkbaar stond een mevrouw bij de ingang van de baan die de enkels inspecteerde. Dan heb je echt een leuke baan, dat maakt de rol van de vierde man bij voetbal ineens van wereldbelang. Maar goed, de mevrouw had de enkels van Beune goedgekeurd omdat haar sok haar enkel toen nog bedekte. Alles oké, zou je zeggen. Tijdens de race ging het echter fout: de sok zakte af, de enkel werd zichtbaar en diskwalificatie volgde.

Heeft dit nou nog iets met sport te maken? Gaat de VAR bij voetbal bij een doelpunt niet alleen de buitenspellijntjes trekken, maar ook controleren of de verplichte scheenbeschermers nog wel recht zitten? En bij hockey, moet een doelpuntmaker zich bij de scheidsrechter melden om te laten zien dat zijn gebitsbeschermer nog wel alle tanden bedekt?

Dit maakt een sport kapot. Canada won nu het goud door een afgezakte sok bij de tegenstander, dat kan gewoon echt niet de bedoeling zijn.

Alleen de scheidsrechter zal heel tevreden zijn geweest. ‘Hoe was het op je werk?’ zal zijn vrouw gevraagd hebben. ‘Oh niets bijzonders, gewoon gedaan waar ik het beste in ben. Netjes de regeltjes gevolgd.’

Voorspelbaar voetbal

De heenwedstrijden van de achtste finales van de Champions League zitten er op. Niet echt een opzienbarende constatering, maar wat is het weer lekker voorspelbaar allemaal.

Vóór 1997 mochten in het belangrijkste Europese toernooi alleen de nationale kampioenen meedoen. Ook in die periode waren verrassende winnaars zeldzaam, maar het lukte teams als  Steaua Boekarest en Rode Ster Belgrado tenminste af en toe nog om de hegemonie van de bekende voetballanden te doorbreken. Ook wij deden het in die periode nog leuk, namens Nederland wonnen Feyenoord, PSV en nog een andere club de beker.

Met de introductie van het principe dat de sterkere landen met meerdere team mochten meedoen, is de voorspelbaarheid toegenomen. In 2004 won FC Porto de Champions League, daarna is de winnaar altijd uit het rijtje Engeland, Duitsland, Italië en Spanje gekomen. Om de suprematie van die landen te benadrukken: ook alle verliezende finalisten kwamen uit die vier landen, met uitzondering van Paris Saint-Germain dat in 2020 de finale van Bayern München verloor.

In de huidige opzet mogen 32 teams aan de Champions League meedoen, waarbij het aantal teams per land wordt bepaald aan de hand van de zogenaamde coëfficiëntenlijst die door de UEFA is bedacht. Hoe hoger op de lijst, hoe meer deelnemers een land mag sturen. De bovenste vier landen mogen ieder vier clubs afvaardigen; dit zijn niet geheel toevallig de landen die de finales van de afgelopen 20 jaar beheersten.

Door dit systeem zit het toernooi muurvast. Vanwege de kwaliteit van hun selecties hebben teams uit de vier beste landen natuurlijk de grootste kans om ver te komen, maar het feit dat zij samen de helft van het aantal deelnemers leveren helpt ook wel een handje. Bovendien heeft de UEFA bedacht dat teams uit hetzelfde land zowel in de poulefase als bij de achtste finales niet tegen elkaar mogen loten. Affiches als Liverpool – Manchester City en Real Madrid – Barcelona kunnen dus pas vanaf de kwartfinale voorkomen. Alles wordt gedaan om de grote clubs te beschermen en zo ver mogelijk in het toernooi te laten komen.

Om sportieve redenen begrijp ik ook wel dat de UEFA zoveel mogelijk aansprekende teams in het toernooi wil hebben, maar de opzet van de loting levert nu doodsaaie poules op met wedstrijden die door de topteams op halve kracht worden gewonnen. Het wordt pas echt leuk als er meerdere favorieten samen in een groep zitten, zoals dit jaar het geval was met Bayern, Inter en Barcelona. Helaas is dat een uitzondering.

De echte reden achter deze opzet is simpel: geld. Een poule met Petrolul Ploiesti, KS Teuta Durrës, Kuopion Palloseura en Hamrun Spartans (googel ze maar even) kan alle kanten op, maar de gemiddelde Engelsman zal nog liever naar de dertigste herhaling van Eastenders kijken. De televisiestations in de grote landen betalen grof voor de uitzendrechten en eisen zoveel mogelijk deelnemers uit hun eigen land. Voorspelbaarheid is voor hen totaal geen issue; prima dat wij als voetballiefhebbers daar last van hebben, maar zij betalen en dus bepalen. Ze willen kijkers.

Het grote geld dat rondgaat in de Champions League maakt het er allemaal niet leuker op. Voor clubs uit de kleine landen is het haast onmogelijk geworden om voor een verrassing te zorgen, het overleven van de poulefase zoals Club Brugge nu heeft gedaan is echt een uitzondering. Daarnaast doen de rijkste teams er alles aan om zich voor de Champions League te kwalificeren, een jaar niet meedoen is financieel desastreus. Ze kopen tijdens de winterperiode voor honderden miljoenen aan spelers (Chelsea), kopen volgens de geruchten de nationale scheidsrechtersbaas (Barcelona) of gewoon heel Italië (Juventus) om. Het morele besef is bij de topclubs volledig weg, alleen Bayern München wordt nog op een normale manier geleid.

En het gaat maar door met geld, vooral de oliedollars rollen rijkelijk door de voetbalwereld. Het WK in Qatar is net achter de rug, Saoedi-Arabië gaat waarschijnlijk een bod uitbrengen om het WK van 2030 te mogen organiseren. Dat zal ze wel lukken, baasje Infantino van de FIFA heeft alvast een aantal nieuwe bankrekeningen geopend omdat zijn huidigen bijna vol zitten. Ik kijk nu al uit naar de persconferentie waarin hij met een serieus gezicht gaat zitten vertellen dat de FIFA er achter is gekomen dat het in de zomer toch wel echt heel erg warm is in Saoedi-Arabië; dat wordt weer een winters WK.

Manchester City en Paris Saint-Germain waren in hun land modale clubs totdat de sjeiks het Europese voetbal ontdekten. Succesvolle teams werden bij elkaar gekocht, landstitel na landstitel volgde. Het winnen van de Champions League blijft hun heilige graal; verder dan een verloren finale zijn beide teams nog niet gekomen. Laat dat zo blijven, laat ons geloven dat de ultieme prijs niet te koop is. We willen weer dromen van verrassingen, van de Cup op de Coolsingel bijvoorbeeld.