Wikipedia

‘Beste ouders, welkom allemaal bij de ouderavond van groep 3. Voordat ik wat ga vertellen over het komende schooljaar, wil ik graag eerst jullie aandacht voor twee leerlingen die vandaag een spreekbeurt willen houden. Lewis, Toto, komen jullie naar voren? En Lewis, jij mag beginnen.’

‘Dank u wel, juf. Ik had altijd betere teamgenoten dan Max.’
‘Lewis, misschien leuk om eerst iets over jezelf te vertellen.’
‘Oh ja juf, was ik even vergeten. Ik ben dus Lewis en ben achtvoudig Formule 1 kampioen.’
‘Lewis, hier hebben we het al eerder over gehad. Het is niet netjes om daar over te jokken, we wonen niet in Amerika. Heb je echt acht keer gewonnen? En Toto, even stil alsjeblieft, jij bent straks aan de beurt, en hou sowieso nou een keer op over Michael Masi.’
‘Ok, ik ben dus Lewis en moet van de juf zeggen dat ik zeven keer kampioen ben. Dat is meer dan iedereen. Meer dan Max, meer dan Senna, meer dan Vettel, meer dan Prost, meer dan Häkkinen, meer dan Alo…’
‘Lewis, we begrijpen het. Wil je nog iets anders met ons delen?’
‘Ja. Ik heb ook de meeste Grand Prix wedstrijden gewonnen, 104 in totaal al zal ik van u wel 103 moeten zeggen. Ook dat is meer dan Max, meer dan Senna, meer dan Vett…’
‘Lewis, dit is allemaal van best lang geleden. Vertel eens iets over afgelopen weekend bijvoorbeeld. Heb je daar nog iets leuks over te melden, wat je zelf hebt gedaan of iemand anders uit jouw sport?’
‘Nee. Maar ik had dus wel altijd betere teamgenoten dan Max en daarom was het knapper van mij.’
‘Prima Lewis, dank je wel dan. Toto, nu mag jij. Waar gaat jouw spreekbeurt over?’
‘Over Wikipedia, juf.’
‘Toe maar, wat goed dat je daar al een hoop van af weet. Nou begin maar.’
‘Hallo, ik ben Toto. Wikipedia is stom. Er staan alleen maar saaie dingen op. Wanneer het eerste blikje Red Bull is gemaakt. Wanneer Christian Horner is geboren. Wie de meeste Formule 1 wedstrijden achter elkaar heeft gewonnen. Dat laatste is het allerstomst, ik wist niet eens dat dat bijgehouden wordt. Wikipedia is dus echt stom. Dit is het einde van mijn spreekbeurt.’
‘Ok, dank je wel Toto. Je hebt een uitgesproken mening, dat is duidelijk. Ok, dan is het nu de beurt aan de ouders om vragen te stellen. Hou er wel rekening mee dat het nog maar kleuters zijn, dus alstublieft geen al te ingewikkelde vragen. Ik zie een opgestoken hand, die meneer daar op de derde rij. Zegt u het maar.’
‘Dank u wel. Ik heb een vraag voor Lewis. Lewis, je zei dat je een paar keer wereldkampioen bent geweest, hartstikke knap jongen,  en dat jij altijd betere teamgenoten had dan Max. Ik neem aan dat je daar ook Valtteri Bottas mee bedoelt? Jouw teamgenoot die vier jaar lang regelmatig voor jou aan de kant moest gaan omdat jouw Wikipedia vriendje dat eiste? Die ooit een snelle ronde van datzelfde vriendje moest afbreken omdat hij anders de snelste ronde en dus een WK punt van jou zou afpakken? En eind 2020, toen jij door corona een race niet mee mocht doen, mocht George Russell een keer in jouw auto rijden en reed hij aan kop totdat zijn bandenwissel een zooitje werd. Best opvallend, toch? Iemand anders rijdt voor het eerst in jouw auto en wint alleen door botte pech de race niet. Dus zat je niet gewoon in de beste auto bij een team dat jou aan alle kanten boven de tweede rijder zette?’
‘Ok, dat was toch best wel een lange vraag. Lewis, hopelijk heb je een beetje kunnen onthouden wat deze meneer allemaal zei. Wat is er jongen, waarom zit je met je hoofd te schudden?’
‘Ik voel me niet zo lekker, juf. Mag ik naar huis?’

Officials

Hoe komen mensen aan de top van een bedrijf, een maatschappelijke of politieke organisatie? Er zijn grofweg twee categorieën, denk ik.

In de eerste en meest sympathieke categorie zitten diegenen die via bewezen kennis, kunde en prestaties vanzelf boven komen drijven. Boven in de piramide doen ze er alles aan om niet zichzelf maar de organisatie beter te maken. Mooi voorbeeld in de sportwereld is Pieter van den Hoogenband. Pieter is onze beste zwemmer aller tijden en zet momenteel als chef de mission voor onze Olympische ploeg de lijnen uit, om er gelijk maar een lekkere management kreet tegenaan te gooien. Hij maakt er geen Pieter van den Hoogenband show van, maar bekijkt alles vanuit het belang van de sporters omdat hij weet wat er nodig is om te presteren.

De tegenpolen zitten in categorie twee. Het bereiken van de top is een doel op zich, in welke organisatie maakt niet zoveel uit als er maar voldoende bekendheid mee wordt bereikt. Mensen met een slecht ontwikkeld empathisch vermogen maar gezegend met sterk ontwikkelde ellebogen. Zeg maar de categorie Donald Trump. Of om bij de sportwereld te blijven, de categorie Sepp Blatter.

Blatter is waarschijnlijk de grootste boef die ooit een sportbond heeft geleid. Onder zijn bewind is de wereldvoetbalbond FIFA verworden tot een corrupte bende, een reputatie die zijn opvolger Infantino wanhopig overeind probeert te houden.
Waar Trump achteraf probeerde om de verkiezing naar zich toe te trekken, bedacht Blatter dat het veel effectiever was om dat vooraf te doen. Op de vooravond van de verkiezingen voor het voorzitterschap van de FIFA werd er onder menig hotelkamerdeur een goedgevulde envelop geduwd, met de hartelijke groeten van ome Sepp.
Eenmaal aan de macht begon het grote graaien, de Netflix serie FIFA Uncovered geeft een mooi beeld van het schaamteloze gedrag van Blatter en zijn vriendjes. Sepp begon zo erg in zichzelf te geloven dat hij bij de opening van een voetbalstadion in de Palestijnse gebieden begon te oreren dat hij als hoogste voetbalbaas voor wereldvrede kon gaan zorgen. En oh ja, het stadionnetje dat voor een half miljoen vers verduisterde FIFA dollars was aangelegd, moest natuurlijk wel naar iemand vernoemd worden. Had er iemand een suggestie? Ja, dat had Sepp wel. Via dezelfde democratische procedure ligt er nu ook een voetbalveld in Samoa met de naam Toleafoa Joseph Sepp Blatter Football Fields. Je moet het allemaal maar kunnen.

Momenteel speelt een andere voetbalofficial de hoofdrol in een steeds smeuïger wordende soap. Tijdens het afgelopen WK voor vrouwen won Spanje voor het eerst de titel, alle aandacht naar de speelsters zou je zeggen. Maar Spanje heeft Luis Rubiales, hoofd van de nationale voetbalbond. Luis heeft wat moeite om zijn emoties en hormonen in bedwang te houden, dat is inmiddels wel duidelijk. Direct na afloop van de finale greep hij, zittend op de eretribune in het bijzijn van de Spaanse koningin, zichzelf in zijn kruis; een Zuid-Europese gewoonte om te laten zien dat je ballen hebt, maar in dit geval toch de vraag of dit nou zo smaakvol is en bij een dameswedstrijd wellicht sowieso wat nutteloos.
Maar Luis was nog niet klaar. Hij mocht tijdens de ceremonie op het podium staan om zijn speelsters te feliciteren en hield het niet meer toen Jennifer Hermoso voor hem stond. Na een al vrij intieme knuffel zoende hij haar vol op haar mond.

Sindsdien gaat het in Spanje niet meer over de wereldtitel. Hermoso roept dat dit volledig tegen haar wil gebeurde, Luis omschrijft het als een spontane wederzijdse kus waarvoor hij net daarvoor toestemming had gevraagd. Over smaakvol gesproken. Iedereen bemoeit zich inmiddels met deze discussie. Speelsters willen niet meer voor Spanje uitkomen zolang Luis de baas is, de moeder van Luis is in hongerstaking totdat de naam van haar zoon is gezuiverd.

Ik moest gisteren aan deze situatie denken toen ik Max Verstappen in Zandvoort zag staan terwijl Andre Rieux met zijn koortje het volkslied speelde. Het was een fantastisch gezicht, Max in zijn eentje voorop met achter hem wat officials en de rest van de rijders.
Eén van deze officials was prins Bernhard jr.

Bernhard jr. is naast raceliefhebber een echte man van het gewone volk, hij bezit immers minimaal de helft van de woningen van de Amsterdammers. Hij probeerde er zo bescheiden mogelijk bij te staan, maar stond vooral naar Max te loeren. Waarom mag ik niet naast Max staan, zag je hem denken. Ik ben wel even prins Bernhard jr., weet je. Zijn gezicht stond strak, hij dacht aan die neef van hem met zijn mooie Argentijnse die bij de huldiging vast weer alle aandacht ging opeisen.
Overwoog hij een Luisje te doen? Ik zag het opeens voor me: Bernhard jr die Max de bokaal overhandigt, hem een knuffel geeft en daarna zachtjes in zijn oor fluistert: ‘Kusje?’

Ik heb de hele race met een glimlach zitten kijken.

Verliezen is ook een kunst

‘Zou willen dat de pure vaardigheid in F1 het verschil maakte.’ Was getekend: Lewis Hamilton.

Ik denk dat alle volgers van de Formule 1 hierin mee kunnen gaan. De sport wordt eerlijker en wellicht daardoor spannender als alle coureurs hetzelfde materiaal hebben en de invloed van bijvoorbeeld safety car situaties wordt geminimaliseerd. Gewoon kijken wie er het beste kan racen.

Uitgerekend uit de mond van Hamilton klinkt dit echter wel heel erg sneu.

Hamilton kan vast wel een beetje sturen, hij is zevenvoudig wereldkampioen. Maar deze man rijdt al jaren bij Mercedes, sinds 2014 de vaste winnaar van de constructeurstitel. Hij heeft al die tijd veruit de beste auto gehad en werd vaak met een straatlengte voorsprong kampioen, ook omdat zijn teammaat Bottas hem door stalorders niet mocht aanvallen. De races waren erg saai, de uitkomst van een willekeurig referendum in oostelijk Oekraïne is spannender.

Een mooi voorbeeld van de superieure Mercedes wagen kregen we eind 2020 te zien. Hamilton had corona gekregen en mocht niet meedoen met de Grand Prix van Bahrein. George Russell, talentvol maar als coureur bij Williams vooral veldvulling, mocht voor deze race zijn stoeltje overnemen.

Russell reed in de kwalificatie direct de tweede tijd, hij miste op 26 duizendste de polepositie. In de auto van Hamilton dus.

In de race nam hij al snel de leiding, leek te gaan winnen maar kwam in een bizarre situatie terecht. Tijdens een pitstop kreeg hij de banden van zijn teamgenoot, waardoor hij een ronde later weer moest stoppen om nu de juiste banden te halen. Tegen het einde van de race had Russell zich door het veld naar voren geworsteld, lag op de tweede plek toen een lekke band hem de overwinning definitief uit handen sloeg.

Zonder deze pech had hij de race absoluut gewonnen. In de auto van Hamilton dus.

Vorig seizoen had Red Bull een geweldige auto in elkaar gesleuteld en kon Verstappen eindelijk mee gaan doen om de titel. En daarmee begon het geklaag van Hamilton.

Over zijn eigen team.
Over Max, die te agressief reed.
Over Perez, die het hem lastig maakte als hij wilde inhalen.

Zijn geklaag sloeg ook over op zijn team. Het ‘No Mikey no’ van teambaas Toto Wolff tijdens de laatste race is legendarisch (het antwoord van Michael Masi overigens net zo: ‘Toto, it’s called a motor race’).
Hamilton moest eindelijk racen om kampioen te worden, de tijd van onbedreigd zijn rondjes vooroprijden was voorbij. En dat was hij niet gewend.

Dit jaar speelt Hamilton geen echte rol van betekenis, Red Bull en Ferrari zijn veel sterker. Helemaal tekenend is het dat ook zijn nieuwe teamgenoot (Russell heeft nu zijn eigen Mercedes stoeltje) sneller is en al meer punten heeft gepakt. Pure vaardigheid, deze keer geen stalorders binnen zijn team. Wel zo eerlijk, daar zal Hamilton het vast wel mee eens zijn.

Ik ben ervan overtuigd dat Hamilton na het vorige seizoen was gestopt als hij wereldkampioen was geworden. Dat was dan zijn achtste titel geweest, een record. En minstens zo belangrijk: hij had kunnen zeggen dat hij nooit een kampioenschap van Verstappen had verloren.

Alle respect voor de prestaties van Hamilton. Maar een sportman moet ook weten wanneer hij heeft verloren.