Minder spierkracht, lagere handelingssnelheid, afnemend denkvermogen. Met het verlopen van de jaren moeten we er allemaal aan geloven. Voor niemand fijn, maar voor topsporters nauwelijks te verteren omdat deze achteruitgang de reden van hun bestaan aantast. Als ik niet meer de beste tennisser/voetballer/golfer ben, wie ben ik dan eigenlijk? Om deze vraag maar niet te hoeven beantwoorden gaan de meesten vaak net iets te lang door. Individuele sporters hebben daar alleen zichzelf mee; toptennissers worden in hun laatste jaren ineens gezien als een gunstige loting, over topschaatsers wordt vertederd gezegd dat het pure liefhebbers zijn als ze in hun nadagen met moeite rondjes 38 hoog rijden, iedere golfer wil met Tiger Woods in de flight lopen maar weet dat ze hem niet meer hoeven te vrezen. Maar niemand heeft daar last van.
Met teamsporters zit dat net even anders. Vedettes die te lang doorgaan vormen een bedreiging voor het niveau van het team als een coach ze niet durft te passeren. Maar hij is zo belangrijk voor de kleedkamer, wordt dan vaak geroepen. Wat doet hij daar dan? Legt hij als geen ander de tenues zo netjes klaar? Maakt hij na de wedstrijd de doucheruimte op werkelijk onnavolgbare wijze met een zwabber schoon? Ik begrijp echt wel de positieve invloed van de aanwezigheid van een wereldster in een team, maar uiteindelijk wordt de waarde daarvan op het veld bepaald.
Zico, Braziliaan en in de jaren 80 een van de beste middenvelders van de wereld, werd tijdens zijn laatste wedstrijd op het WK in Mexico door zijn teamgenoten regelmatig overgeslagen in de opbouw; hij was te traag geworden. Zelfs Maradona, hopelijk geen toelichting nodig, begon aan het einde van zijn loopbaan in de weg te lopen. Nu is het de beurt aan Cristiano Ronaldo.
De wedstrijd van zijn Portugal tegen Slovenië in de achtste finale van het EK was exemplarisch voor zijn positie in het team. Hij schoot de ene na de andere vrije trap in de tribune, slofte dusdanig langzaam uit buitenspelpositie terug dat zijn teamgenoten moesten wachten met de volgende aanval totdat meneer weer aan het spel deelnam. Gaf slechte pass na slechte pass, maar reageerde woest als hij zelf een keer beroerd werd aangespeeld. Maar niemand greep in. Geen speler durfde een vrije trap op te eisen, de coach liet hem gewoon staan terwijl hij een bank vol topspelers ter beschikking had. Toen Portugal in de verlenging een penalty kreeg, was er maar één scenario mogelijk. Ronaldo zou hem nemen en hem missen. Zo geschiedde.
Het leek op een kinderfeestje van 120 minuten. Het vervelendste jongetje pakte het grootste stuk taart, won de tekenwedstrijd alhoewel niemand wist of hij nou een paard of een hond had gemaakt en mocht tijdens het bowlen de beslissende bal voor zijn team gooien terwijl hij alle ballen daarvoor in de goot had gesmeten.
Het toernooi zit er inmiddels voor hem op, hij mag weer terug naar de woestijn van Saoedi-Arabië waar hij in een mix van andere uitgerangeerde voetballers en zakkenvullers zijn kunsten mag vertonen. Of je nou fan bent of niet, de man heeft een prachtige carrière gehad die een beter einde verdient. Op tijd stoppen is een kunst.
Naast de topsport heeft een andere beroepsgroep nogal last van notoire telaatstoppers: die van politici. Bij ons valt het nog wel mee, al zitten er in ons huidige kabinet voldoende kandidaten die per direct met pensioen zouden moeten.
Aan de andere kant van de oceaan is het vele malen erger. Amerika wordt in een wurggreep gehouden door een klein groepje mannen die ver voorbij hun houdbaarheidsdatum zijn. Mitch McConnell, de 82-jarige leider van de Republikeinen in de Senaat, bevriest tijdens interviews regelmatig voor de camera. Niet zo gek voor iemand op die leeftijd, maar waarom is hij nog een van de machtigste mannen van het land? Een treetje hoger hebben we president Biden, een jaartje jonger. Zijn laatste tv-optreden was echt om te huilen, binnen zijn Democratische partij wordt er nu openlijk getwijfeld of hij nog wel door kan gaan. Niet zozeer of hij geschikt is voor een tweede termijn van zijn presidentschap, in alle discussies lijkt dat de minste zorg te zijn. Het gaat vooral om zijn kansen op het verslaan van zijn tegenkandidaat voor de aanstaande verkiezing, Donald Trump. Was bij Trump alleen maar zijn leeftijd het probleem, deze man laat al 78 jaar een mega spoor van ellende achter zich.
Als de situatie wat minder ernstig zou zijn, zouden we hier allemaal prima de humor van in kunnen zien. Tijdens hun tv-debat waren Biden en Trump aan het opscheppen over hun golfhandicaps en dat werd een klassiek gevalletje van ‘wie heeft de langste’ met totaal ongeloofwaardige uitspraken. Beetje vergelijkbaar als onze nieuwe en bijzonder sympathieke minister Marjolein Faber zou beweren dat ze met gemak Femke Bol er uit zou lopen.
Het wordt tijd dat er een politieke variant van de Saoedische voetbalwoestijn wordt gecreëerd, een omgeving waarin ze zich nog belangrijk kunnen voelen zonder dat de echte wereld er last van heeft. Het moet niet zo moeilijk zijn om Donald Trump ervan te overtuigen dat er ergens in Saoedi-Arabië een fata morgana is die nodig bestuurd moet worden. Stuur ook wat journalisten mee, zodat het net echt voor hem voelt en hij zijn gebruikelijke onzinnige gebrabbel kwijt kan. ‘Nobody has done this before. They said to me, sir, how did you do this? How did you find this place? Well, I did it, I can tell you that. This is probably the biggest thing anybody has done, everybody knows that.’
Mocht dit idee in Amerika opgepikt worden, dan hierbij het verzoek om in het vliegtuig dat deze mannen gaat vervoeren een plaatsje vrij te houden en een tussenstop op Schiphol te laten maken. Staan wij met Memphis Depay klaar om hem aan boord te brengen.
Met dank aan vriend Martijn voor de nodige inspiratie voor deze blog!
Categoriearchief: Voetbal
Liemarvin en Wout
’t Is moeilijk bescheiden te blijven, wanneer je zo goed bent als ik, zong Peter Blanker ooit. Het zou het lijflied van menig topsporter kunnen zijn, zeg maar de categorie Cristiano Ronaldo. Een beetje zelfvertrouwen is natuurlijk helemaal prima, maar arrogante narcistische trekjes mogen van mij achterwege blijven.
Voor Wout Weghorst maak ik graag een uitzondering, van hem kan ik bijna alles hebben. Wout Weghorst, geboren in Borne waar (dit is een aanname want ik ben er nooit geweest) de term ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ zo’n beetje uitgevonden is. Maar Wout is overtuigd van zichzelf en draagt dat op een vertederende maar vaak zo onhandige manier uit. Hij heeft inmiddels een leuke carrière bij elkaar gevoetbald, maar is zo in zichzelf gaan geloven dat het perspectief over zijn kwaliteiten zo nu en dan ontbreekt. Tijdens de oefenwedstrijden voor het EK bleek dat Wout niet onze eerste spits ging worden. Dat vindt heel Nederland normaal, maar Wout had het hier toch wel lastig mee. Wout ziet zichzelf als de logische opvolger van het rijtje Van Basten, Kluivert, Van Nistelrooij, Van Persie. Internationale sterren en daar hoort Wout gewoon bij, hij had tenslotte niet minder dan 17 wedstrijden voor Manchester United in de Premier League gespeeld waarin hij verdorie toch zeker minimaal acht keer de bal richting het vijandelijke doel had geschopt.
Sporthelden als Wout moeten we koesteren, helden als Liemarvin Bonevacia. Op het EK atletiek dat afgelopen week in Rome werd gehouden begon Liemarvin niet zo goed door een redelijk verprutste estafette. Maar hij herstelde zich op de individuele 400 meter door zich moeiteloos voor de finale te plaatsen. Het leverde een kort maar schitterend interview op. Of eigenlijk was het geen interview, de verslaggever stelde één vraag en vervolgens begon de monoloog van Liemarvin. ‘Ik kan het onder druk,’ en vervolgens richting de camera ‘Liemarvin kan het onder druk’. Bij Christiano Ronaldo zou ik heel hard doorzappen, maar de levensvreugde en het enthousiasme bij Liemarvin zijn te aanstekelijk, hier kun je alleen maar om glimlachen.
Zowel in als na de finale overtrof Liemarvin zichzelf. Hij werd in een prachtige race derde, een bronzen medaille dus. Terecht door het dolle en om zeker te weten dat iedereen wist wie hij was, trok Liemarvin zijn startnummer van zijn shirt en hield deze tijdens zijn ereronde omhoog. Het aansluitende interview werd nog uitbundiger. Op de vraag waar hij zijn eindsprint vandaan haalde, antwoordde hij ‘hey, ik ben een championship guy!’ Daarna vertelde hij dat hij voor de race met zijn zoontje Liemarion had gebeld en hem een medaille had beloofd, jammer dat daar geen beelden van zijn want als vader en zoon een beetje op elkaar lijken moet dat een schitterend gesprek geweest zijn. Wat een prachtige kerel.
Ik droom nu al een paar nachten over Wout die als invaller de finale van het Europees kampioenschap beslist met een wereldgoal. Na de huldiging begint onze aanvoerder Virgil van Dijk aan een ereronde om de beker aan het publiek te tonen met de rest van het team in zijn kielzog. Maar al snel wordt hij ingehaald door Wout die vlak voor hem gaat lopen. Met ontbloot bovenlijf houdt Wout zijn shirt omhoog om heel Europa er nog even aan te herinneren wie de echte baas op het veld is. ‘I am Weghorst. Wout Weghorst’ roept hij met overslaande stem in een tv-camera. Even later onderbreekt hij het interview van Jeroen Stekelenburg met onze bondscoach. Wout drukt zijn shirt in de handen van Koeman, mompelt iets als ‘lijst deze maar in, leuk voor aan je muur’ en trekt de microfoon uit de handen van Stekelenburg.
‘Zoals jullie weten is mijn vriendin zwanger van ons vierde kind’, begint hij, waarna hij zich naar de camera draait. ‘Deze is voor jou, Liewout’.
Oproep
Beste mede Ajax-supporters,
Aanstaande zondag wordt de belangrijkste wedstrijd van ons seizoen gespeeld, de bekerfinale. Even ter opfrissing van het geheugen: door een zware loting (tegen Hercules en dan ook nog eens uit) lagen wij er zelf in de eerste ronde uit, we spelen zondag dus zelf niet. Maar waarschijnlijk hebben jullie wel meegekregen dat we zondag allemaal voor 010 moeten zijn als ze het tegen NEC opnemen. Nou niet gelijk deze brief weggooien, lees even rustig door. Als wij vijfde worden in de competitie en 010 wint de beker, dan hoeven we geen play-offs te gaan spelen om ons voor Europees voetbal te kwalificeren. Zekerheid dus en we kunnen ons voorstellen dat jullie net als ik ook helemaal geen zin hebben om extra wedstrijden van ons team te gaan zitten kijken, dus alleen maar voordelen.
Om 010 zondag te ondersteunen en zelfs aan te moedigen, gaan we iets speciaals doen. We gaan grote schermen op het veld in de Arena zetten waarop de wedstrijd live te volgen zal zijn. En ja, jullie voelden het waarschijnlijk al aankomen, de bedoeling is dus dat jullie allemaal komen. De toegang is gratis, er wordt niet gefouilleerd dus neem veel vuurwerk mee om op het veld te gooien, kunnen jullie lekker je ei kwijt zonder dat de wedstrijd wordt gestaakt.
We begrijpen dat dit een wat ongebruikelijk verzoek is, maar nood breekt wet. Om toch een echte Ajax-sfeer te creëren, organiseren we voor en na de wedstrijd buiten het stadion allerlei leuke activiteiten. Denk hierbij aan een rommelmarkt met tweedehands kleding zoals Ajax-stropdassen met een 1 erop, een workshop dickpics maken en een korte cursus ‘Onderhandelingstechnieken in het Duits’. Ook is er de mogelijkheid om je op te geven voor een plekje in de Raad van Commissarissen, iedereen is hiervoor welkom want kennis van voetbal en zakendoen is niet relevant.
Tenslotte speciale aandacht voor de prijsvraag die we organiseren, hier kunnen leuke bedragen mee gewonnen worden. Kom langs bij het kraampje voor ingang F, tot 5 minuten voor de aftrap kun je hier je naam achterlaten met een voorspelling van de uitslag. We maken hierop een uitzondering voor iedereen met de achternaam Kroes (wel even paspoort meenemen), zij kunnen tot een uur na de uitreiking van de beker nog hun voorspelling doorgeven.
We hebben als organisatie wel besloten om de meest voor de hand liggende uitslag niet toe te staan, 6-0 voor 010 kunnen we dus helaas niet accepteren.
Tot zondag, we rekening op jullie komst!
Michael van P.
Tim
Plak een doorsnee Nederlandse achternaam achter een dito voornaam en je komt op Jan de Boer, Klaas Smit, Tim Pieters. Namen die je overal tegenkomt, google maar eens en de Klaas Smitten vliegen je om de oren. Namen die al eeuwen meegaan, dat ook nog wel even zullen doen maar nou niet direct associaties oproepen met heldendaden. Een maatschappij heeft Jan de Boeren nodig maar de mooie verhalen in de geschiedenisboeken zijn voor anderen.
Tot gisteravond. Gisteravond ontsteeg de naam Tim Pieters dat rijtje met dank aan een amateurvoetballer uit Utrecht. Voor de enkeling die het ontgaan is: Tim scoorde gisteren voor zijn clubje Hercules tweemaal tegen Ajax en had zo een hoofdrol in de bekeruitschakeling van de Amsterdammers.
Tim is niet alleen amateurvoetballer maar ook nog student en dat maakt het verhaal zoveel mooier. Geen appartement van de club, maar als een van de boys wonend in een studentenhuis. Tussen de opgestapelde bierkratten, oh ja die pizzadozen moeten nog een keer naar de stort en kan iemand weer eens een fles Glorix in de wc gooien want mijn ouders komen binnenkort langs.
Zijn studievrienden hadden geld gezet op de wedcombinatie ‘Tim Pieters gaat scoren en Hercules schakelt Ajax uit’. Een combinatie waar zelfs de meest positieve belchinees geen heil in zag om dat te regelen, de kans dat Poetin volgend jaar de Russische verkiezingen gaat verliezen is groter. Maar echte vrienden geloven in hun maatje en een inleg van ieder zo’n 15 euro was nog te doen, dan maar een weekje aan de Schultenbräu. Maar het onwaarschijnlijke gebeurde dus en zijn vrienden zijn nu in totaal meer dan 80.000 euro rijker.
Ajax-trainer Valkanis vertelde voor de camera van ESPN dat het niet zo goed was vandaag, met een gelatenheid alsof ze net ongelukkig onderuit waren gegaan tegen Manchester City. Een slappe analyse volgde, over te statisch spelen en jammer dat we pas tien minuten voor tijd gingen voetballen. ‘Dit had niet mogen gebeuren’. Ja dat zijn teksten beste mensen!
Tim zal het allemaal een zorg zijn. Hij had vandaag een deadline voor zijn studie, maar was zo verstandig om gisteren overdag nog wat extra uren te maken om nu niets te hoeven doen. Voor het geval er gisteravond een feestje gevierd moest worden. En gefeest zal er zijn, ik vermoed dat er heel wat kroegen in Utrecht vandaag dicht moeten blijven omdat het bier op is.
Na historische sportprestaties volgt er vaak een golf aan vernoemde baby’s. Daphnes, Svens, Leontiens, Maxen, noem ze maar op. Ik geloof er heilig in dat in Utrecht over negen maanden de een na de andere Tim wordt geboren. Ik zet er 15 euro op in.
Wout
De week van de waarheid, gaan we wel of niet naar het EK, had met spannend voetbal niet zoveel meer te maken. Maar was wel vermakelijk.
Afgelopen zaterdag ging ik met mijn jongste dochter en haar vriendje naar de Arena voor de wedstrijd tegen Ierland. Buiten het stadion waren supporters van beide landen bezig met hun favoriete bezigheid: de Ierse supporters hingen in de omringende kroegen en de Oranje fans stonden te dringen bij de FEBO. Even zelf snel ook wat eten, nog even sjaaltjes kopen en hop het stadion in.
Het is nog niet echt druk in ons vak, zoals in het hele stadion eigenlijk. Lekker om even rustig in de stemming te komen en vooral te zien hoe mensen op zoek gaan naar hun plaats. Ik kom hier zelf ook niet vaak (understatement), maar zoals in de meeste stadions zit rij 13 hier ook boven rij 12 en rij 14 weer boven rij 13. Enzovoorts. Een bekend spreker en tevens voetballer zei ooit ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’, maar angstaanjagend veel mensen komen er gewoon niet uit. Mijn favoriete scene: een gezin heeft eindelijk de juiste plekken gevonden. Terwijl ma met de koters gaat zitten, loopt pa weer weg en komt drie minuten later met zijn handen vol drankjes weer het vak in. Hulpeloos om zich heen kijkend begint zijn zoektocht naar zijn zitplaats gewoon weer opnieuw.
De stadionspeaker is ook lekker in vorm, al hoor ik hem te weinig om te weten wat zijn normale niveau is. Bij het voorlezen van de namen van Oranje gaat het allemaal nog prima, maar bij de Ieren heeft hij het wat lastiger. We kunnen op de grote schermen meelezen om welke speler het gaat dus dat helpt om lekker kritisch te zijn. O’Shea blijkt al een uitdaging, iets als ‘Oceaan’ schalt door het stadion. Als even later de naam Andrew Omobamidele op het scherm verschijnt, moet ik al lachen. De stadionspeaker stelt me niet teleur. Na vier onsamenhangende lettergrepen, ik denk dat hij ‘Oma demi’ zegt, gaat hij snel door naar de volgende naam.
Er is dus niemand echt in vorm en dat is bij het Nederlands elftal helaas ook het geval. Het begin is hoopgevend, Wout Weghorst maakt in de 11e minuut een (zeker voor zijn doen) zeer fraai doelpunt en normaal zijn we dan los. Maar het wordt een stroperig potje, net voor en net na rust hebben we serieuze kansen maar verder is het FC Breedtepass. De inzet is er, maar kwalitatief houdt het allemaal gewoon niet over; zeker in aanvallend opzicht hebben we gewoon geen briljante lichting. Dat dat terecht tot kritische vragen van journalisten leidt, daar heeft diezelfde Weghorst niet zoveel mee. Zijn interviews beginnen Louis van Gaal-trekjes te krijgen en dat is zowel vermakelijk als ongemakkelijk.
Gisteren kon Oranje met wederom Weghorst in de spits laten zien of het toch in staat is om een tegenstander kapot te spelen, Gibraltar stond op het menu. De wedstrijd werd in Portugal gespeeld omdat het stadion van Gibraltar volgens de commentator wordt verbouwd. Hoezo dan, vroeg ik me gelijk af? Toch meer business seats nodig? Voldeed de catering niet meer aan de moderne eisen? Gaat Gibraltar een gooi doen naar het WK van 2034? Volgende keer graag wat meer informatie, beste commentator, ik ben vast niet de enige die nu met deze vragen zit.
Ik weet niet hoe de huidige lichting van Gibraltar in historisch perspectief gezien moet worden, maar de 0-14 tegen Frankrijk van afgelopen weekend geeft wel een indicatie. Mooi dat na die wedstrijd berichten naar buiten kwamen dat de selectie het niet meer ziet zitten in de bondscoach, zo zijn ze bijvoorbeeld ontevreden over zijn speelstijl. Daar zal het inderdaad wel aan liggen.
Het is natuurlijk een eer om voor je land uit te komen, maar waar halen deze mannen hun spelplezier vandaan? Er is een Wikipedia pagina speciaal voor de resultaten en records van hun nationale elftal, klik hier maar eens. Mijn favoriete statistiek? Most points in a qualifying tournament: 0. Briljant dat daaronder ook nog de statistiek ‘Fewest points in a qualifying tournament’ wordt genoemd, ik zal niet verklappen waar dat op staat.
Het Gibraltarese elftal is letterlijk van amateurniveau. Mijn favoriet is de 42-jarige Lee Casciaro, in het dagelijks leven politieman. Toch benieuwd hoe dat dan gaat als hij vandaag weer bonnen staat uit te schrijven voor foutparkeerders. ‘Nee jij stond gisteren Calvin Stengs lekker te dekken,’ ik kan me dat soort reacties wel voorstellen. Jammer eigenlijk dat Clarence Seedorf niet ook politieman was; in het weekend een penalty het stadion uit schieten en dan op maandag anderen vertellen wat ze fout doen, een prikkelende gedachte.
Twee spelers van Gibraltar raken dusdanig geblesseerd dat ze met een brancard afgevoerd moeten worden. Ook dit ziet er niet uit, de brancard lijkt meer op een laken waar wat tentstokken doorheen zijn gestoken en buigt aan alle kanten door. ‘Lekker brancardje,’ appt collega Wim en ik zit hardop te lachen.
Het doorzettingsvermogen van Gibraltar is bewonderingswaardig. Na de 4-0 van Stengs zie ik een verdediger opbeurend klappen naar zijn teamgenoten. Hoe brengt hij dit nog op? En wat zegt hij hierbij? ‘Kom op jongens, nu wij’?
Het wordt uiteindelijk 6-0, niet goed en niet slecht. En Wout? Gewisseld in de rust, geen doelpunten. Ineens realiseer ik me dat Wout een bijnaam is van de politie. Toeval?
Loop nou ‘ns effe gewoon door joh
Vorige week zaterdag loop ik rond half 6 met vriend Daan naar Stadion Woudestein, Kralingen, Rotterdam. De thuishaven van Excelsior heet tegenwoordig het Van Donge & De Roo Stadion, alle hulde voor dit bedrijf dat de verbouwing van het stadion mogelijk maakte maar dat bekt natuurlijk lang niet zo lekker. We zijn hier allebei nog nooit geweest, Daan woont echt heel dichtbij dus in dit geval is één plus één gelijk aan Excelsior – AZ.
Gemoedelijk, zo is de sfeer rond het stadion het beste te beschrijven. Twee politieagenten te paard, een paar verkeersregelaars, dat is het wel zo’n beetje. Ze hebben weinig te doen, met een capaciteit van 4400 toeschouwers loopt het sowieso niet snel storm maar Excelsior is zo’n lokale club dat iedereen lopend, met de tram of het fietsje komt.
Bij de ingang van het stadion gaat het er ook vriendelijk aan toe, ondanks de lichte regen staat iedereen netjes in de rij te wachten. Kaartje scannen, even gefouilleerd worden en we zijn binnen. Voordat we op zoek gaan naar de Ron Alberstribune willen we eerst even een goede vette hap halen want dat hoort onafhankelijk van het stadion natuurlijk wel bij een voetbalwedstrijd. Een broodje kipsaté, een broodje hamburger en een biertje, niks mis mee. We zitten al aardig vol maar zijn niet sterk genoeg om de geur van het kraampje met verse stroopwafels te weerstaan, dus extra goed gevuld lopen we de tribune op.
Er zijn geen vaste plaatsen; het principe ‘zoek een plaatsje in de zon, waar je zo gezellig zit’ zoals in het clublied van Feyenoord wordt gezongen, wordt hier dus letterlijk toegepast. Fantastisch. We gaan dicht tegen de middenlijn zitten om een goed overzicht op het veld te hebben, al moet je hier door de grootte van het stadion goed je best doen om op een slechte plek terecht te komen.
De Kuip ken ik vrij goed, Het Kasteel van Sparta heb ik ook van binnen gezien en ik kan nu eindelijk eens ervaren hoe het er in het derde stadion van Rotterdam aan toegaat. We zijn ruim op tijd dus kunnen rustig de sfeer in ons opnemen. Ook hier is het heerlijk gemoedelijk: vaders met zoontjes, hele gezinnen, F’jes elftallen. Sponsors als Nederlof Fish uit Stellendam/IJmuiden prijken trots op de reclameborden rond het veld. Het is best koud, het digitale bord boven het vak met de fanatiekste thuissporters geeft aan dat het negen graden is, maar de sfeer is hartverwarmend. Zeker als de spelers het veld op komen, het clublied over ‘Ferme jongens, stoere knapen’ wordt ingezet en we klappen enthousiast mee.
AZ is al jaren een stabiele topper in de eredivisie, de ploeg met de bekendere namen en dus ook de favoriet. Jongens als Clasie en Martin Indi zijn hun carrière begonnen bij Feyenoord, daarna Europa ingetrokken om vervolgens in Alkmaar neer te strijken. In de aanval wordt topscoorder Pavlidis ondersteund door Dani de Wit die het ondanks zijn opleiding in Amsterdam toch gelukt is om voor een Nederlandse topclub uit te komen.
De wedstrijd begint goed, beide ploegen graven zich niet in maar willen op de aanval spelen. AZ lijkt wat minder in vorm dan in het begin van de competitie, bij Excelsior ontbreekt vaak net de klasse om een aanval echt gevaarlijk te laten worden. Halverwege de eerste helft veren we op bij een grote kopkans van Excelsior maar die wordt vakkundig om zeep geholpen. We zitten nauwelijks weer als ik voor me een vrouw hoor zeggen: ‘RKC heeft net 1-0 gemaakt.’ Ik sluit even mijn ogen. Feyenoord speelt nu in Waalwijk, ik had me voorgenomen om niet op mijn telefoon te kijken maar zo wordt het me wel erg lastig gemaakt om me volledig op Excelsior te focussen. Om onverklaarbare reden draait de vrouw zich ook nog eens naar ons toe om de tussenstand in Waalwijk op haar telefoon te laten zien. Straal ik het zo erg uit dat ik van de club uit Zuid ben? Gelukkig is het tien minuten later al weer 1-1, komt goed dus.
Ondanks dat we op Woudestein met 0-0 gaan rusten hebben we een leuke eerste helft gezien. De tweede begint wat rommelig, er is veel balverlies waardoor er weinig gebeurt en mijn gedachten af en toe wegdwalen. Een man achter me heeft blijkbaar ook wat last van concentratieverlies gezien zijn opmerking ‘hé, het is een graadje warmer geworden’.
Het kabbelt allemaal wat voort als de wedstrijd ineens ontbrandt. Een schot van AZ speler Lahdo lijkt voor de doellijn weggehaald te worden, er gaat een slap handje van wat AZ spelers omhoog maar er wordt gewoon doorgespeeld. Maar we leven in het VAR tijdperk, Zeist heeft iets gezien dus de scheidsrechter legt het spel stil om de situatie te laten beoordelen. De spelers van beide teams staan rond de middenlijn rustig af te wachten, het duurt vrij lang voor er een beslissing komt. Dan blaast de scheids op zijn fluitje en wijst naar de middencirkel, doelpunt dus. Het AZ-vak begint te juichen, Lahdo rent naar hen toe. Een teamgenoot sjokt achter hem aan, de rest wandelt al rustig naar de eigen helft. Het is allemaal een stuk eerlijker maar VAR doelpunten zijn gewoon niet leuk.
Maar zoals zo vaak breekt het doelpunt de wedstrijd open, Excelsior gaat nog meer op de aanval spelen waardoor het publiek echt gaat meeleven. Er was nog geen onvertogen woord gevallen, het commentaar was tot nu toe van de categorie ‘kom op, jongens’, maar nu, bij een onterechte achterstand, groeit er wat.
Ik stoot Daan aan. ‘Ben benieuwd of het nu ook nog beschaafd blijft.’
En dat blijft het ook. Er is gemor, er wordt wat meer geroepen, maar het blijft allemaal netjes. Als een speler van AZ gewisseld wordt en echt tenenkrommend traag naar de zijlijn loopt, roept een man achter ons in heerlijk Rotterdams: ‘Hé, loop nou ‘ns effe gewoon door joh.’ Maar dat is het dan ook. Geen gescheld, geen gevloek.
Als Excelsior in blessuretijd de verdiende gelijkmaker maakt, knalt de vreugde van de tribunes en wordt er gewoon lekker ouderwets gejuicht. Als de scheids affluit, rennen de kinderen voor ons naar de boarding om met spelers op de foto te gaan. Wat een mooie club is dit.
In de totaal overspannen wereld waarin we momenteel leven, kan ik iedereen een bezoek aan Woudestein aanraden. Doe het gewoon een keertje. Maar loopt wel effe gewoon door.
Andere tijden
Het zijn verwarrende tijden.
Feyenoord speelt in de Champions League alsof het een vaste deelnemer is en legt topclubs de wil op. Als supporter groei ik hier moeiteloos in mee, neem de wedstrijd tegen Lazio van vorige week. 3-0 voor, ergens rond de 80ste minuut scoren de Italianen de 3-1. Vroeger zou ik in de stress schieten en hopen dat we nog met een gelijkspel zouden wegkomen; nu haal ik mijn schouders op, jammer dat we de nul niet houden. Het is een ongekende luxe.
Even verwarrend is de situatie in Amsterdam. Zonder te hoeven photoshoppen stond Ajax vier dagen lang onderaan op teletekst pagina 819. Ik ben benieuwd hoe vaak deze pagina de afgelopen dagen in appjes is gedeeld, ik heb zelf in ieder geval een serieuze bijdrage geleverd.
Buiten het voetbal is het ook niet meer zoals vroeger. Ja, we zijn weer wereldkampioen korfbal geworden. Maar de finale tegen Taiwan? Huh, dat moet toch België zijn?
Schaatsen dan, traditioneler kan bijna niet. Afgelopen weekend was het World Cup Kwalificatietoernooi. In Thialf, dat dan weer wel, maar ook hier is iets veranderd. Vroeger zagen we beelden van de Blauhúster Dakkapel die voor de 127ste keer Daar in dat kleine café aan de haven inzette. Nu krijgen we close-ups van Jake Paul, een boksende YouTuber maar vooral de vriend van Jutta Leerdam. Interviews met Jutta gaan nauwelijks nog over haar races maar vooral over hoe schattig het is dat Jake zich in het schaatsen heeft verdiept. Ik gun ze echt het allerbeste maar ben benieuwd hoe lang dit goed gaat. Het zou me niets verbazen als Jake binnenkort naast Jac Orie in het coachvak opduikt, met het rondetijdbord in zijn hand zenuwachtig met een half vingertje aangevend dat ze net iets boven het schema rijdt.
Gelukkig zijn er nog zekerheden in het leven. Ook de nieuwste vriend van Sylvie Meis staat hoog in de Quote 500. Max wint, Lewis zeurt. Sjaak Swart, gevraagd naar het gepruts van Brobbey in de wedstrijd tegen PSV, brieste tegen een verslaggever van de Telegraaf dat hij zelf die ballen er nu nog in had geschoten.
Fijn dat sommige zaken gewoon blijven zoals we gewend zijn, dat geeft rust.
Maar het blijft een bijzondere tijd waarin we leven. Studio Sport is ongetwijfeld al bezig om voor het programma ‘Andere tijden’ een nieuwe aflevering te maken, waarin wordt teruggeblikt op deze periode. Ik heb wel een suggestie voor de titel: ‘Het waren vier fantastische dagen’.
Quiz
‘Goedenavond, welkom bij een nieuwe aflevering van Per seconde wijzer. Straks hebben we een derde ronde geschiedenis maar we beginnen met een eerste ronde sport. Stelt u zich even voor.’
‘Hallo, ik ben Maurice Steijn, 49 jaar, ik kom uit Den Haag en ben werkzaam in de voetballerij.’
‘De voetballerij, wat leuk. Nog specifieke voorkeuren?’
‘Ik zie mijn zoon Sem graag voetballen, speelde afgelopen zondag een wereldpartij bij FC Twente.’
‘Mooi. Goed, we gaan beginnen met een voetbalvraag dus dat komt mooi uit. Het gaat over Ajax, dit zijn de negen antwoorden.’
Sjaak Swart
Witte zakdoekjes
Sven Mislintat
Rechter
Benjamin Tahirovic
Chuba Akpom
Wij zijn de beste
Steven Berghuis
Georges Mikautadze
‘Ik geef een omschrijving en u geeft er het juiste antwoord bij. U kijkt wel wat bedrukt.’
‘Ja, een paar namen zegt me echt helemaal niks maar ik ga mijn best doen.’
‘Daar gaan we. Eén. Dit artikel is sinds afgelopen zondag geheel uitverkocht in Amsterdam.’
‘Witte zakdoekjes.’
‘Twee. Georgische spits, overgekomen uit de tweede divisie in Frankrijk. Werd na half uurtje meetrainen al de koning van het afwerken genoemd.’
‘Eh.. Sjaak Swart?’
‘Drie. Is nog steeds boos op De Graafschap vanwege de 1-1 in 2016 die Ajax het kampioenschap kostte.’
‘Nee dat is Sjaak Swart.’
‘Vier. Schijnt diamantogen te hebben, maar ziet er vooral uit als een willekeurige man om half 3 ’s nachts in een kroeg.’
‘Sven Mislintat.’
‘Vijf. Aanvaller, komt uit de tweede divisie in Engeland.’
‘Jeetje hoe moet ik dit allemaal weten. Mikautadze?’
‘Zes. Was een tijdje een populaire kreet in Amsterdam, wordt de laatste tijd nauwelijks meer gehoord.’
‘Wij zijn de beste.’
‘Zeven. Rijtje waarin Ajax dit seizoen zal eindigen.’
‘Rechter.’
‘Acht. Maakte een paar jaar geleden een zeer opzienbarende transfer en ligt sindsdien elke avond huilend in zijn bed.’
‘Steven Berghuis.’
‘Negen. Bosnisch-Zweedse middenvelder, overgenomen van AS Roma.’
‘Even kijken wie heb ik nog over. Doe maar Akpom en waar ik de eerste keer Sjaak Swart zei dan maar Tahirovic. En waar ik afgelopen zomer nee zei tegen mijn contractverlenging bij Sparta bedoelde ik ja. Stop de tijd.’
Officials
Hoe komen mensen aan de top van een bedrijf, een maatschappelijke of politieke organisatie? Er zijn grofweg twee categorieën, denk ik.
In de eerste en meest sympathieke categorie zitten diegenen die via bewezen kennis, kunde en prestaties vanzelf boven komen drijven. Boven in de piramide doen ze er alles aan om niet zichzelf maar de organisatie beter te maken. Mooi voorbeeld in de sportwereld is Pieter van den Hoogenband. Pieter is onze beste zwemmer aller tijden en zet momenteel als chef de mission voor onze Olympische ploeg de lijnen uit, om er gelijk maar een lekkere management kreet tegenaan te gooien. Hij maakt er geen Pieter van den Hoogenband show van, maar bekijkt alles vanuit het belang van de sporters omdat hij weet wat er nodig is om te presteren.
De tegenpolen zitten in categorie twee. Het bereiken van de top is een doel op zich, in welke organisatie maakt niet zoveel uit als er maar voldoende bekendheid mee wordt bereikt. Mensen met een slecht ontwikkeld empathisch vermogen maar gezegend met sterk ontwikkelde ellebogen. Zeg maar de categorie Donald Trump. Of om bij de sportwereld te blijven, de categorie Sepp Blatter.
Blatter is waarschijnlijk de grootste boef die ooit een sportbond heeft geleid. Onder zijn bewind is de wereldvoetbalbond FIFA verworden tot een corrupte bende, een reputatie die zijn opvolger Infantino wanhopig overeind probeert te houden.
Waar Trump achteraf probeerde om de verkiezing naar zich toe te trekken, bedacht Blatter dat het veel effectiever was om dat vooraf te doen. Op de vooravond van de verkiezingen voor het voorzitterschap van de FIFA werd er onder menig hotelkamerdeur een goedgevulde envelop geduwd, met de hartelijke groeten van ome Sepp.
Eenmaal aan de macht begon het grote graaien, de Netflix serie FIFA Uncovered geeft een mooi beeld van het schaamteloze gedrag van Blatter en zijn vriendjes. Sepp begon zo erg in zichzelf te geloven dat hij bij de opening van een voetbalstadion in de Palestijnse gebieden begon te oreren dat hij als hoogste voetbalbaas voor wereldvrede kon gaan zorgen. En oh ja, het stadionnetje dat voor een half miljoen vers verduisterde FIFA dollars was aangelegd, moest natuurlijk wel naar iemand vernoemd worden. Had er iemand een suggestie? Ja, dat had Sepp wel. Via dezelfde democratische procedure ligt er nu ook een voetbalveld in Samoa met de naam Toleafoa Joseph Sepp Blatter Football Fields. Je moet het allemaal maar kunnen.
Momenteel speelt een andere voetbalofficial de hoofdrol in een steeds smeuïger wordende soap. Tijdens het afgelopen WK voor vrouwen won Spanje voor het eerst de titel, alle aandacht naar de speelsters zou je zeggen. Maar Spanje heeft Luis Rubiales, hoofd van de nationale voetbalbond. Luis heeft wat moeite om zijn emoties en hormonen in bedwang te houden, dat is inmiddels wel duidelijk. Direct na afloop van de finale greep hij, zittend op de eretribune in het bijzijn van de Spaanse koningin, zichzelf in zijn kruis; een Zuid-Europese gewoonte om te laten zien dat je ballen hebt, maar in dit geval toch de vraag of dit nou zo smaakvol is en bij een dameswedstrijd wellicht sowieso wat nutteloos.
Maar Luis was nog niet klaar. Hij mocht tijdens de ceremonie op het podium staan om zijn speelsters te feliciteren en hield het niet meer toen Jennifer Hermoso voor hem stond. Na een al vrij intieme knuffel zoende hij haar vol op haar mond.
Sindsdien gaat het in Spanje niet meer over de wereldtitel. Hermoso roept dat dit volledig tegen haar wil gebeurde, Luis omschrijft het als een spontane wederzijdse kus waarvoor hij net daarvoor toestemming had gevraagd. Over smaakvol gesproken. Iedereen bemoeit zich inmiddels met deze discussie. Speelsters willen niet meer voor Spanje uitkomen zolang Luis de baas is, de moeder van Luis is in hongerstaking totdat de naam van haar zoon is gezuiverd.
Ik moest gisteren aan deze situatie denken toen ik Max Verstappen in Zandvoort zag staan terwijl Andre Rieux met zijn koortje het volkslied speelde. Het was een fantastisch gezicht, Max in zijn eentje voorop met achter hem wat officials en de rest van de rijders.
Eén van deze officials was prins Bernhard jr.
Bernhard jr. is naast raceliefhebber een echte man van het gewone volk, hij bezit immers minimaal de helft van de woningen van de Amsterdammers. Hij probeerde er zo bescheiden mogelijk bij te staan, maar stond vooral naar Max te loeren. Waarom mag ik niet naast Max staan, zag je hem denken. Ik ben wel even prins Bernhard jr., weet je. Zijn gezicht stond strak, hij dacht aan die neef van hem met zijn mooie Argentijnse die bij de huldiging vast weer alle aandacht ging opeisen.
Overwoog hij een Luisje te doen? Ik zag het opeens voor me: Bernhard jr die Max de bokaal overhandigt, hem een knuffel geeft en daarna zachtjes in zijn oor fluistert: ‘Kusje?’
Ik heb de hele race met een glimlach zitten kijken.
Humor
Kun je ook als supporter uit vorm zijn? Ik heb daar nooit zo over nagedacht, maar begin nu te geloven dat het bestaat.
In mijn vorige blog schreef ik over mijn recente mislukte sportkijkweekend. De magische race van Van der Poel gemist, vervolgens achter de televisie gekropen om alleen maar drama te zien: dezelfde VDP gevallen bij het mountainbiken, Van Vleuten lek gereden en Feyenoord slappe 0-0 tegen Fortuna.
Afgelopen weekend is het WK atletiek begonnen. Geïnspireerd door Dafne Schippers zijn we opgeklommen van veldvulling naar een serieus atletiekland met een aantal echte wereldtoppers. De verwachting is dat we een recordaantal medailles gaan binnenharken en zaterdag konden we daar mooi mee beginnen. Sifan Hassan op de 10 kilometer en de 4×400 meter gemengd, dat zijn twee zekere plakken. Helaas kon ik de wedstrijden niet zien, maar met het vorige weekend in gedachte is dat misschien maar beter ook.
‘Nee, Sifan Hassan is een paar meter voor de finish gevallen’, appt mijn dochter.
Had ik dan toch moeten kijken, schiet er door mijn hoofd terwijl ik een slok van mijn Brand Weizen neem.
Pling.
‘WTF, Femke Bol valt ook.’
Ik wenk de ober die langs ons tafeltje loopt, wijs naar mijn inmiddels lege glas en steek twee vingers op. Gelukkig begrijpt hij me.
Wel kijken, niet kijken. Blijkbaar maakt het niet uit, ik moet accepteren dat ik als supporter gewoon even uit vorm ben. Moet ik donderdag de 400 meter horden finale met Femke gaan kijken? Zondag de Formule 1 met Max? Ik weet het gewoon even niet meer, ik ben slecht uit de zomerstop gekomen.
Het verzacht de pijn een beetje dat ik niet als enige supporter momenteel in een wak zit. Afgelopen vrijdag verloor NEC ook zijn tweede wedstrijd van het net begonnen seizoen. Weinig aan de hand zou je zeggen, daar gaan geen documentaires over gemaakt worden. Een groepje NEC-fans had hier toch wat moeite mee, wachtte de spelersbus op en eiste – zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is – een gesprek met spelers en coach. Twee wedstrijden verloren bij een rechterrijtje-club en de stoppen slaan al door. Ik ben altijd zo enorm benieuwd wat zo’n groepje daarmee probeert te bereiken en vooral hoe zo’n gesprek dan gaat. Zoiets wellicht?
‘Hé stelletje klojo’s, jullie moeten niet steeds verliezen man.’
‘Ja hallo we doen wel ons best hè.’
‘Je best, je best. Je moeder!’
‘Joh, het komt allemaal wel goed. We trainen hard en het komt vanzelf wel.’
‘Volgende week gewoon winnen, ik weet waar je woont hè. En mag ik trouwens nog wel even een handtekening van je.’
Dat je ook anders met tegenslagen van je favoriete team om kunt gaan, bewezen de supporters van de Spaande voetbalclub Malaga. Hun team was nog niet zo lang geleden een suptopper in de hoogste divisie, maar speelt inmiddels op het derde niveau. Omdat het bestuur afgelopen zomer weigerde nieuwe spelers aan te trekken, vonden de supporters het tijd voor actie. Ze trokken naar het vliegveld en onthaalden daar een willekeurige reiziger als nieuwe speler. Ze duwden hem een spelershirt in zijn handen en lieten hem poseren, volledig in stijl zoals het in Zuid-Europese landen gaat als een nieuw ster arriveert. Echt briljant, klik hier voor de beelden.
We kunnen met z’n allen wel wat meer humor gebruiken. Ik blijf gewoon sport kijken, mocht mijn slechte vorm zich doorzetten dan rij ik ook gewoon naar het vliegveld.