Kampioenen moeten gehuldigd worden. Bij sporten als schaatsen en atletiek, waarbij op verschillende onderdelen wordt gestreden en er dus ook meerdere winnaars zijn, heeft de huldiging vaak wat weg van hap-slik-weg. De drie gelukkigen klimmen ieder op hun eigen trede van een podium, krijgen een medaille om hun nek gehangen, even luisteren naar het volkslied en hupsakee door naar de volgende uitreiking.
Bij sporten waar om één titel wordt gestreden, is er meestal sprake van een uitgebreide ceremonie. Het zou daarbij volledig om de sporters moeten gaan, maar vaak draait het uit op een feestje voor belangrijke mensen om te kunnen laten zien hoe belangrijk ze zijn.
Op Wimbledon mochten de hertogjes van Kent jarenlang uit hun Royal Box afdalen om de prijzen na de dames- en herenfinale uit te reiken. Om te tonen hoe ontzettend gewoon ze waren, begonnen ze altijd quasinonchalant tegen wat opgelijnde ballenmeisjes- en jongens te praten voordat de ceremonie begon. Ik heb me altijd afgevraagd wat ze die kinderen vroegen. Tennis je zelf ook? Lukt het een beetje met je wiskundehuiswerk? Het intrigeerde me enorm maar ben er nooit achter gekomen.
Historisch was de prijsuitreiking bij onze handbaldames toen zij in 2019 na een krankzinnig spannende finale het WK handbal wonnen. Hassan Mustafa, voorzitter van de internationale handbalbond, pakte hier even zijn momentje. Waar normaal de aanvoerder van een team onder tromgeroffel de beker in de lucht tilt, deed hij dat doodleuk zelf. Pas toen de rookmachines stonden te blazen en de confettisnippers al rond dwarrelden, mocht aanvoerster Danick Snelder ook nog even de beker vasthouden.
Het WK voetbal wordt door sportbobo’s als het grootste podium gezien en dat trekt dan ook de grootste baasjes aan. Afgelopen zondag was het ook weer smullen.
Voordat de voetballers het podium op mochten komen, hadden de grote mannen zich in een rijtje opgesteld. Vooraan uiteraard Infatino, de Grote Kale Leider van de FIFA. Daarachter de emir van Qatar, ook wel bekend als de man met de grote portemonnee. Vervolgens Emmanuel Macron, in het dagelijks leven president van Frankrijk. En ten slotte nog een stelletje opa’s die me wat minder bekend voorkwamen.
Uiteraard werden niet alleen de twee teams gehuldigd, dat zou te weinig exposure aan de bobo’s geven. Eerst mocht het arbitrale team langskomen. Vervolgens werden de prijzen voor het grootste talent, beste keeper, topscorer en ten slotte beste speler van het toernooi uitgereikt. Waar de rest gewoon de prijs in ontvangst nam en braaf op de foto ging, hield de Argentijnse keeper zijn trofee nog even uitbundig als een fallussymbool voor zijn kruis richting de Franse supporters. Mochten we nog denken dat hij tijdens Nederland – Argentinië een slechte dag had en zich een beetje had laten meeslepen in de emoties van de wedstrijd maar eigenlijk een normale jongen is, dan hadden we hier het antwoord.
Na de individuele prijzen mocht het Franse team langskomen om de zilveren medaille op te halen. Strakke koppen, na een verloren finale wil je liever de kleedkamer eens even goed verbouwen. Maar die medaille krijg je alleen maar als je Infantino en zijn vriendjes een handje komt geven. En dan niet zo’n handdruk die je normaal aan iemand geeft die je eigenlijk niet zo goed kent en misschien ook liever helemaal niet wilt kennen. Nee, tegenwoordig moet het altijd met zo’n bovenhandse handdruk en het liefst ook nog een lichte knuffel. Kijk ons eens matties zijn! Macron pakte Mbappé nog eens even extra goed vast, wetende dat de camera’s dit beeld de hele wereld over zouden sturen.
Het Franse team mocht pas van het podium af toen de fotografen hun plaatjes hadden geschoten. Dit moet een van de treurigste teamfoto’s ooit geweest zijn. Ze stonden erbij alsof ze nog even moesten poseren voor de foto aan het einde van de jaarlijks terugkerende familiereünie terwijl ze zich ook dit jaar al weer dagen kapot hadden lopen ergeren aan tante Bertha en haar kinderen.
En dan eindelijk het moment waarvan de FIFA al jaren droomde. Een voor een mochten de Argentijnen het podium op komen; een voetballeek die net op dat moment zou inschakelen had hierin zomaar de cast van The Sopranos kunnen zien. Messi sloot de rij. Dikke knuffel van Infantino, een klopje op de buik van de emir. Ouwe-jongens-krentenboord voor het oog van de wereld. Voordat Messi de beker kreeg, werd hem nog even een traditioneel gewaad omgehangen als teken van respect. Hier is al heel veel over geschreven en gesproken. Ik vond het zelf best een mooi gebaar, ik hou wel van dit soort uitingen van cultuur als er een goede bedoeling achter zit. Maar de discussie is natuurlijk of dat het geval is; ze hebben de schijn in ieder geval tegen. Het was beter geweest als dit aan Messi was uitgereikt voor zijn prijs als beste speler of beter nog aan alle individuele winnaars. Daarna gewaad uit en weer verder. Nu ontsierde het toch een beetje de teamfoto, Messi stond nu tussen zijn landgenoten alsof het zijn vrijgezellenfeest was en hij voor de grap in een badjas van Victoria’s Secret was gehesen.
Gelukkig hadden Infantino en de emir het filmpje van Hassan Mustafa bestudeerd en lieten de eer aan Messi om de beker als eerste de lucht in te tillen. Een bijzonder moment, Messi is nu de eerste voetballer die alle denkbare grote prijzen heeft gewonnen.
Ik denk nog regelmatig aan Wout Weghorst. Messi is nu al geen fan van Wout (‘que miras, bobo?’), maar hoe was dat geweest als Wout hem de ultieme droom had afgenomen? Als we na die 2-2 wel hadden doorgedrukt of wel een keer alle penalty’s erin hadden geramd. Messi, die de rest van zijn leven elke ochtend wakker zou worden en direct weer aan Wout zou denken. Niet Neymar, niet Mbappé, niet Christiano Ronaldo. Nee, Wout Weghorst die voor de eeuwige onrust in zijn hoofd had gezorgd. Het mocht niet zo zijn.
Over dromen gesproken. De ceremonie van afgelopen zondag maakte één ding weer ontzettend duidelijk. Je kunt de machtigste man van de FIFA zijn en hoe hard je ook je best doet om de voorgrond te pakken, uiteindelijk speel je maar een bijrol. Als op een trapveldje waar dan ook ter wereld kinderen aan het voetballen zijn, wil iedereen Messi zijn. Er zal geen kind zijn dat ooit de woorden ‘mag ik dan Gianni Infantino zijn’ heeft uitgesproken.
Glorie, eeuwige roem of in Argentinië zelfs totale verafgoding. Dat verdien je op het veld. Niet omdat je toevallig sterkere ellebogen hebt dan de rest van de organisatie.