Zondag

Beste meneer Slot,

Zoals u wellicht weet, spelen onze elftallen aanstaande zondag tegen elkaar (ik check het even voor de zekerheid, jullie spelen vaker dan wij dus misschien was het aan jullie aandacht ontsnapt).

Nou is het volgende het geval. Ik kom net terug van een vroeg avondje bioscoop, zette thuis mijn telefoon aan en zag dat er 25 berichten stonden in de whatsapp groep die ik met mijn spelers heb. Ik schrok toen ik door de berichten scrolde, de een na de ander heeft zich ziek gemeld. Vanochtend was er nog niets aan de hand, we hebben een prima training gehad maar ik denk dat de jongens tijdens de lunch iets verkeerds hebben gegeten; ik heb zelf nergens last van want neem altijd mijn eigen boterhammen mee. Blijkbaar duurde het even voordat ze er last van kregen, het eerste appje kwam net na kwart voor 7 maar daarna volgden ze snel achter elkaar. Om half 9 kreeg ik het laatste appje. Was van Sjaak Swart, hij wilde even doorgeven dat hij zondag niet komt kijken omdat hij zijn tuin zomerklaar wil maken.

Ik heb mijn spelers beterschap gewenst en gevraagd wanneer iedereen weer denkt te kunnen voetballen. Bijna niemand reageerde, alleen Berghuis. ‘Absoluut op z’n vroegst op maandag, ‘ antwoordde hij. ‘No way dat ik zondag kan spelen.’
Hij gaf ook nog aan dat hij zo’n spijt had van zijn keuze en zo graag weer terug zou willen; weet niet helemaal wat hij daarmee bedoelde, moet ik nog even achteraan.

Ik heb net met mijn assistenten overlegd omdat ik zelf graag de wedstrijd zou willen uitstellen. Zij hebben me echter ervan overtuigd dat we de KNVB daar niet mee moeten opzadelen, we gaan daarom bij hen aandringen op een reglementaire 0-3 overwinning voor jullie. Super vervelend natuurlijk allemaal, ik had echt zin in deze wedstrijd maar dit is pure overmacht.

Excuses voor het ongemak.

Groetjes,
J. Heitinga

P.S. Ik las laatst iets over een vacature voor werkzaamheden op de Coolsingel. Ik heb thuis even overlegd en ik mag van mijn vrouw, kunt u regelen dat ik ook op de lijst kom?

Vacature

Voor het begeleiden van drie evenementen zoeken wij enthousiaste en gastvrije medewerkers. Werkzaamheden bestaan uit het omleiden van het verkeer, bemannen van eet- en drinkkraampjes en het ondersteunen bij verkoop van fanartikelen. Na afloop moet de locatie zo snel mogelijk weer gereedgemaakt worden voor het volgende evenement aangezien deze kort op elkaar gehouden worden.

Ervaring met een zeer grote groep feestende mensen is gewenst, uit het verleden weten we dat deze evenementen massaal bezocht worden.

Je moet beschikbaar zijn voor minimaal twee van de drie evenementen. Geef duidelijk aan voor welke evenementen je ingezet wilt worden door de bijbehorende namen te vermelden. Dit zijn: Kampioenschap, Beker en Europa Cup.

We werken met tijdelijke contracten, maar verlenging is mogelijk indien de werkzaamheden naar tevredenheid worden uitgevoerd aangezien we verwachten deze evenementen jaarlijks te gaan organiseren.

Geïnteresseerden kunnen een motivatiebrief met pasfoto (voor mensen met achternaam Overmars: met pasfoto bedoelen we een foto van het hoofd) sturen naar evenementen@voetbalhoofdstad.nl.

Als onderdeel van de sollicitatie kan een background check worden uitgevoerd. Brieven van sollicitanten met de naam S. Swart worden ongeopend geretourneerd.

Periode: april – mei 2023

Locatie: Coolsingel

Voorspelbaar voetbal

De heenwedstrijden van de achtste finales van de Champions League zitten er op. Niet echt een opzienbarende constatering, maar wat is het weer lekker voorspelbaar allemaal.

Vóór 1997 mochten in het belangrijkste Europese toernooi alleen de nationale kampioenen meedoen. Ook in die periode waren verrassende winnaars zeldzaam, maar het lukte teams als  Steaua Boekarest en Rode Ster Belgrado tenminste af en toe nog om de hegemonie van de bekende voetballanden te doorbreken. Ook wij deden het in die periode nog leuk, namens Nederland wonnen Feyenoord, PSV en nog een andere club de beker.

Met de introductie van het principe dat de sterkere landen met meerdere team mochten meedoen, is de voorspelbaarheid toegenomen. In 2004 won FC Porto de Champions League, daarna is de winnaar altijd uit het rijtje Engeland, Duitsland, Italië en Spanje gekomen. Om de suprematie van die landen te benadrukken: ook alle verliezende finalisten kwamen uit die vier landen, met uitzondering van Paris Saint-Germain dat in 2020 de finale van Bayern München verloor.

In de huidige opzet mogen 32 teams aan de Champions League meedoen, waarbij het aantal teams per land wordt bepaald aan de hand van de zogenaamde coëfficiëntenlijst die door de UEFA is bedacht. Hoe hoger op de lijst, hoe meer deelnemers een land mag sturen. De bovenste vier landen mogen ieder vier clubs afvaardigen; dit zijn niet geheel toevallig de landen die de finales van de afgelopen 20 jaar beheersten.

Door dit systeem zit het toernooi muurvast. Vanwege de kwaliteit van hun selecties hebben teams uit de vier beste landen natuurlijk de grootste kans om ver te komen, maar het feit dat zij samen de helft van het aantal deelnemers leveren helpt ook wel een handje. Bovendien heeft de UEFA bedacht dat teams uit hetzelfde land zowel in de poulefase als bij de achtste finales niet tegen elkaar mogen loten. Affiches als Liverpool – Manchester City en Real Madrid – Barcelona kunnen dus pas vanaf de kwartfinale voorkomen. Alles wordt gedaan om de grote clubs te beschermen en zo ver mogelijk in het toernooi te laten komen.

Om sportieve redenen begrijp ik ook wel dat de UEFA zoveel mogelijk aansprekende teams in het toernooi wil hebben, maar de opzet van de loting levert nu doodsaaie poules op met wedstrijden die door de topteams op halve kracht worden gewonnen. Het wordt pas echt leuk als er meerdere favorieten samen in een groep zitten, zoals dit jaar het geval was met Bayern, Inter en Barcelona. Helaas is dat een uitzondering.

De echte reden achter deze opzet is simpel: geld. Een poule met Petrolul Ploiesti, KS Teuta Durrës, Kuopion Palloseura en Hamrun Spartans (googel ze maar even) kan alle kanten op, maar de gemiddelde Engelsman zal nog liever naar de dertigste herhaling van Eastenders kijken. De televisiestations in de grote landen betalen grof voor de uitzendrechten en eisen zoveel mogelijk deelnemers uit hun eigen land. Voorspelbaarheid is voor hen totaal geen issue; prima dat wij als voetballiefhebbers daar last van hebben, maar zij betalen en dus bepalen. Ze willen kijkers.

Het grote geld dat rondgaat in de Champions League maakt het er allemaal niet leuker op. Voor clubs uit de kleine landen is het haast onmogelijk geworden om voor een verrassing te zorgen, het overleven van de poulefase zoals Club Brugge nu heeft gedaan is echt een uitzondering. Daarnaast doen de rijkste teams er alles aan om zich voor de Champions League te kwalificeren, een jaar niet meedoen is financieel desastreus. Ze kopen tijdens de winterperiode voor honderden miljoenen aan spelers (Chelsea), kopen volgens de geruchten de nationale scheidsrechtersbaas (Barcelona) of gewoon heel Italië (Juventus) om. Het morele besef is bij de topclubs volledig weg, alleen Bayern München wordt nog op een normale manier geleid.

En het gaat maar door met geld, vooral de oliedollars rollen rijkelijk door de voetbalwereld. Het WK in Qatar is net achter de rug, Saoedi-Arabië gaat waarschijnlijk een bod uitbrengen om het WK van 2030 te mogen organiseren. Dat zal ze wel lukken, baasje Infantino van de FIFA heeft alvast een aantal nieuwe bankrekeningen geopend omdat zijn huidigen bijna vol zitten. Ik kijk nu al uit naar de persconferentie waarin hij met een serieus gezicht gaat zitten vertellen dat de FIFA er achter is gekomen dat het in de zomer toch wel echt heel erg warm is in Saoedi-Arabië; dat wordt weer een winters WK.

Manchester City en Paris Saint-Germain waren in hun land modale clubs totdat de sjeiks het Europese voetbal ontdekten. Succesvolle teams werden bij elkaar gekocht, landstitel na landstitel volgde. Het winnen van de Champions League blijft hun heilige graal; verder dan een verloren finale zijn beide teams nog niet gekomen. Laat dat zo blijven, laat ons geloven dat de ultieme prijs niet te koop is. We willen weer dromen van verrassingen, van de Cup op de Coolsingel bijvoorbeeld.

Moeilijk is leuker

De plaats van de wieg bepaalt een aantal belangrijke aspecten van een mensenleven. Platteland of stad, Friesland of Limburg, boven of beneden de rivieren, het scheelt nogal wat. Carnaval of Elfstedentocht, voetbal of hockey, Hengelo normaal uitspreken of als Hengelooooooo: het wordt door de geboortegrond bepaald.

Zo ook de voorkeur voor een voetbalclub. Mijn wieg stond in Gorinchem, bij een sterke westenwind liggend onder de rook van Rotterdam. Een bezoek als F’je met mijn voetbalelftal aan een avondwedstrijd in de Kuip deed de rest. Feyenoord werd mijn club. Ik had niets anders gewild. Maar makkelijk is het niet.

Ik heb in mijn leven vijf kampioenschappen meegemaakt waarvan vier bewust. Dat is magertjes voor een topclub. Ieder jaar is er de hoop dat dit het jaar gaat worden dat er weer eens een kampioenschap gevierd kan worden. Maar meestal heeft halverwege november de realiteit al weer toegeslagen. Uitgeschakeld in Europa, 15 punten achter in de competitie en door pak ‘m beet Fortuna Sittard uit de beker geknikkerd.

Toch blijft de hoop hardnekkig aanwezig. In de twee jaren dat Ronald Koeman in de Kuip speelde had ik een seizoenkaart. Bij zijn eerste wedstrijd trilde de Kuip van opwinding, Feyenoord won met 5-2 van Vitesse en het ‘we worden kampioen’ was al voorzichtig te horen. 33 wedstrijden later eindige Feyenoord als derde, 20 punten achter Ajax.
Het seizoen daarna was de Argentijn Pablo Sanchez als versterking aangetrokken. In de eerste thuiswedstrijd scoorde hij de openingsgoal en speelde een prima wedstrijd. ‘Dat wordt een hele grote,’ zei de man voor me met een zelfvertrouwen alsof hij hoogstpersoonlijk Cruijff, Maradona en Pelé had ontdekt. Het seizoen eindigde weer zonder bezoek aan de Coolsingel. En Sanchez? Een paar jaar later werd zijn contract ontbonden, vertrok naar de internationale grootmacht RC Harelbeke in België waar hij halverwege het seizoen (na één wedstrijd gespeeld te hebben) alweer weg moest en terugging naar Argentinië.

Twee willekeurige seizoenen maar o zo typerend.

Eind jaren 80 heerste PSV in de eredivisie, met spelers als Gullit, Van der Gijp en Lerby werden zeker de kleine teams compleet opgerold. Ik heb daar vaak met lichte jaloezie naar gekeken. Hoe mooi moet het zijn om tijdens de wedstrijd even een frietje te gaan halen en bij terugkomst te kunnen vragen hoeveel doelpunten je had gemist. Afhankelijk van de drukte bij de frietkraam zal het antwoord ergens tussen de één en vier zijn geweest.
Midden jaren 90, zelfde verhaal bij Ajax. Op het veld iedereen de baas met als resultaat het ‘Wij zijn de beste’ geschreeuw op het Museumplein.

Wat een luxe moet dat zijn, naar het stadion gaan in de wetenschap dat je club wint en alleen de hoogte van de overwinning onzeker is. Geen idee hoe dat voelt. Maar maakt het dat nou ook leuker? In Amsterdam zorgt een paar keer achter elkaar niet winnen gelijk voor gewapper met zakdoekjes. Als we dat in Rotterdam-Zuid iedere keer zouden doen als het spel of het resultaat tegenvalt, dan zou de directeur van Kleenex nu rijker zijn dan Elon Musk en Bill Gates samen.

Dit seizoen verloopt alles angstaanjagend goed in Rotterdam. Bovenaan in de competitie, overwinterd in Europa en nog actief in de beker. In dat laatste toernooi stond gisteren de wedstrijd tegen NEC op het programma. Een thuiswedstrijd, tegenstander lijkt te doen dus op papier een makkelijk avondje om naar de kwartfinale door te gaan.

Helaas speelt Feyenoord nooit op papier.

Het werd weer een ouderwetse zwoegwedstrijd, zo’n potje waarvan Afellay zou zeggen dat hij met knikkende billen op de bank had gezeten. Tot vlak voor tijd leidt NEC met 0-2 en hoop is omgeslagen in wanhoop. Dag beker, dan zal het in de competitie ook wel weer fout gaan, waarom hebben ze Schreuder niet wat langer in Amsterdam laten zitten, die Zerrouki gaat natuurlijk naar PSV, als Slot weggaat kunnen we weer opnieuw beginnen, ik kijk nooit meer voetbal.  Leuk hoor al die mindfulness cursussen en ‘Omdenken doe je zo’ trainingen, maar als Feyenoordsupporter heb je daar echt helemaal niets aan.

In de blessuretijd komt Feyenoord terug tot 2-2 en heeft de wanhoop weer plaatsgemaakt voor hoop. Natuurlijk gaan we die beker winnen! Maar waarom het bij 90 minuten drama houden als er nog 30 minuten bij kunnen? Na 2-3 (daar gaan we weer), 3-3 (kom op nou) en 4-3 (jaaaaaaaaa!!!) maakt NEC vlak voor tijd gewoon weer gelijk (mijn gedachten bij de 4-4 komen niet door de censuur). Penalty’s dus. Bij het Nederlands elftal kun je dan beter gelijk je tv uitzetten en later teruglezen wie er allemaal gemist hebben. Maar Feyenoord kan dit dan weer wel, wint vaak strafschoppenseries en doet dat nu ook na vijf feilloos genomen penalty’s.

Ik zou best wel een keer een seizoen gevuld met 5-0’s en 7-1’s willen meemaken. Achterover leunen en doelpunten tellen. Ik zie het alleen niet gebeuren. Maar ach, eigenlijk is de moeilijke weg stiekem gewoon leuker. Zeker achteraf.

Ajax onwaardig

‘We hebben al zeven wedstrijden niet gewonnen en staan op plek vijf. Dat is Ajax onwaardig’.

Met woorden van gelijke strekking legde Van der Sar aan Nederland uit waarom trainer Alfred Schreuder drie minuten na afloop van Ajax-Volendam ontslagen werd.

Het is zo heerlijk makkelijk om de trainer eruit te gooien en te roepen dat het Ajax onwaardig is, dat doet het altijd goed bij een met witte zakdoekjes zwaaiende achterban. Alsof er verder niets fout is gegaan in de afgelopen maanden.

Technisch directeur Overmars had ontdekt dat hij met zijn nieuwe iPhone reuze leuke foto’s van zichzelf kon maken en besloot die te delen met het vrouwelijke personeel. Brian Brobbey mocht transfervrij naar RB Leipzig gaan en werd een paar wedstrijden later voor 20 miljoen teruggekocht. Steven Bergwijn werd voor nog meer geld aangetrokken, maar bleek op het veld toch eigenlijk vooral op dezelfde plek te willen spelen waar Tadic al jarenlang een spil in het elftal is. Na een trainingskamp in Portugal vloog Ajax met diverse met corona besmette spelers terug naar Nederland, tegen de uitdrukkelijke regels in. Vorig jaar bleven Antony, Kudus en Alvarez meerdere keren bij trainingen weg om zo een transfer naar het buitenland af te dwingen.

Overmars werd vanwege zijn grensoverschrijdende gedrag weggestuurd, al leek dit met de nodige tegenzin te gaan. Verder werd nergens een consequentie aan verbonden en de term ‘Ajax onwaardig’ viel al helemaal niet. Dat gebeurt dus blijkbaar alleen als er een paar potjes achter elkaar niet wordt gewonnen, wat nota bene inherent is aan sport. Maar dat laatste wordt dus niet zo gezien in Amsterdam.

Afgelopen weekend hield Keje Molenaar een pleidooi voor de terugkeer van Overmars. Keje heeft in de jaren 80 evenveel jaren voor Ajax als voor Feyenoord gevoetbald, maar profileert zich altijd erg graag als een echte Ajacied. Hij is inmiddels werkzaam als advocaat, is welbespraakt, zijn haren zitten altijd goed en hij kan ontzettend interessant kijken dus dat doet het lekker bij praatprogramma’s.

In Goedemorgen Eredivisie zat Keje doodleuk te vertellen dat Overmars dus terug zou moeten kunnen komen bij Ajax. Sterker nog, zijn ontslag was veel te snel gegaan. Want, zo vroeg Keje zich af, was er toen eigenlijk wel aan de betreffende dames gevraagd of ze niet gewoon door hadden kunnen gaan met Overmars? En, zo ging hij verder, als nu aan diezelfde dames werd gevraagd of het acceptabel is dat Overmars terug zou komen en zij gaan daarmee akkoord, dan zou dat toch moeten kunnen? Met als uitsmijter, en daar draait het natuurlijk allemaal om: ‘Ik vind Marc een uitstekende technisch directeur’.

Ik heb de door Overmars verstuurde foto’s niet gezien en dat wil ik heel erg graag zo houden. Maar ik kan me er van alles bij voorstellen wat de impact op de veelal jonge medewerksters is geweest. De meesten durfden er niets van te zeggen en al helemaal geen aangifte te doen, uit angst voor de machtige technisch directeur. En aan die dames zou dan gevraagd moeten worden of hij niet gewoon terug kan komen omdat het niet zo lekker gaat met Ajax? Alsof zij dan nog een keuze hebben.

Ik kan niet wachten totdat Van der Sar een microfoon voor zijn neus krijgt en wordt gevraagd te reageren op de suggestie van Keje. Ik zet mijn telraam alvast klaar om bij te houden hoe vaak de term ‘Ajax onwaardig’ valt. Maar ik denk dat ik de uitkomst al weet.

Ceremonie

Kampioenen moeten gehuldigd worden. Bij sporten als schaatsen en atletiek, waarbij op verschillende onderdelen wordt gestreden en er dus ook meerdere winnaars zijn, heeft de huldiging vaak wat weg van hap-slik-weg. De drie gelukkigen klimmen ieder op hun eigen trede van een podium, krijgen een medaille om hun nek gehangen, even luisteren naar het volkslied en hupsakee door naar de volgende uitreiking.

Bij sporten waar om één titel wordt gestreden, is er meestal sprake van een uitgebreide ceremonie. Het zou daarbij volledig om de sporters moeten gaan, maar vaak draait het uit op een feestje voor belangrijke mensen om te kunnen laten zien hoe belangrijk ze zijn.

Op Wimbledon mochten de hertogjes van Kent jarenlang uit hun Royal Box afdalen om de prijzen na de dames- en herenfinale uit te reiken. Om te tonen hoe ontzettend gewoon ze waren, begonnen ze altijd quasinonchalant tegen wat opgelijnde ballenmeisjes- en jongens te praten voordat de ceremonie begon. Ik heb me altijd afgevraagd wat ze die kinderen vroegen. Tennis je zelf ook? Lukt het een beetje met je wiskundehuiswerk? Het intrigeerde me enorm maar ben er nooit achter gekomen.

Historisch was de prijsuitreiking bij onze handbaldames toen zij in 2019 na een krankzinnig spannende finale het WK handbal wonnen. Hassan Mustafa, voorzitter van de internationale handbalbond, pakte hier even zijn momentje. Waar normaal de aanvoerder van een team onder tromgeroffel de beker in de lucht tilt, deed hij dat doodleuk zelf. Pas toen de rookmachines stonden te blazen en de confettisnippers al rond dwarrelden, mocht aanvoerster Danick Snelder ook nog even de beker vasthouden.

Het WK voetbal wordt door sportbobo’s als het grootste podium gezien en dat trekt dan ook de grootste baasjes aan. Afgelopen zondag was het ook weer smullen.

Voordat de voetballers het podium op mochten komen, hadden de grote mannen zich in een rijtje opgesteld. Vooraan uiteraard Infatino, de Grote Kale Leider van de FIFA. Daarachter de emir van Qatar, ook wel bekend als de man met de grote portemonnee. Vervolgens Emmanuel Macron, in het dagelijks leven president van Frankrijk. En ten slotte nog een stelletje opa’s die me wat minder bekend voorkwamen.

Uiteraard werden niet alleen de twee teams gehuldigd, dat zou te weinig exposure aan de bobo’s geven. Eerst mocht het arbitrale team langskomen. Vervolgens werden de prijzen voor het grootste talent, beste keeper, topscorer en ten slotte beste speler van het toernooi uitgereikt. Waar de rest gewoon de prijs in ontvangst nam en braaf op de foto ging, hield de Argentijnse keeper zijn trofee nog even uitbundig als een fallussymbool voor zijn kruis richting de Franse supporters. Mochten we nog denken dat hij tijdens Nederland – Argentinië een slechte dag had en zich een beetje had laten meeslepen in de emoties van de wedstrijd maar eigenlijk een normale jongen is, dan hadden we hier het antwoord.

Na de individuele prijzen mocht het Franse team langskomen om de zilveren medaille op te halen. Strakke koppen, na een verloren finale wil je liever de kleedkamer eens even goed verbouwen. Maar die medaille krijg je alleen maar als je Infantino en zijn vriendjes een handje komt geven. En dan niet zo’n handdruk die je normaal aan iemand geeft die je eigenlijk niet zo goed kent en misschien ook liever helemaal niet wilt kennen. Nee, tegenwoordig moet het altijd met zo’n bovenhandse handdruk en het liefst ook nog een lichte knuffel. Kijk ons eens matties zijn! Macron pakte Mbappé nog eens even extra goed vast, wetende dat de camera’s dit beeld de hele wereld over zouden sturen.

Het Franse team mocht pas van het podium af toen de fotografen hun plaatjes hadden geschoten. Dit moet een van de treurigste teamfoto’s ooit geweest zijn. Ze stonden erbij alsof ze nog even moesten poseren voor de foto aan het einde van de jaarlijks terugkerende familiereünie terwijl ze zich ook dit jaar al weer dagen kapot hadden lopen ergeren aan tante Bertha en haar kinderen.

En dan eindelijk het moment waarvan de FIFA al jaren droomde. Een voor een mochten de Argentijnen het podium op komen; een voetballeek die net op dat moment zou inschakelen had hierin zomaar de cast van The Sopranos kunnen zien. Messi sloot de rij. Dikke knuffel van Infantino, een klopje op de buik van de emir. Ouwe-jongens-krentenboord voor het oog van de wereld. Voordat Messi de beker kreeg, werd hem nog even een traditioneel gewaad omgehangen als teken van respect. Hier is al heel veel over geschreven en gesproken. Ik vond het zelf best een mooi gebaar, ik hou wel van dit soort uitingen van cultuur als er een goede bedoeling achter zit. Maar de discussie is natuurlijk of dat het geval is; ze hebben de schijn in ieder geval tegen. Het was beter geweest als dit aan Messi was uitgereikt voor zijn prijs als beste speler of beter nog aan alle individuele winnaars. Daarna gewaad uit en weer verder. Nu ontsierde het toch een beetje de teamfoto, Messi stond nu tussen zijn landgenoten alsof het zijn vrijgezellenfeest was en hij voor de grap in een badjas van Victoria’s Secret was gehesen.

Gelukkig hadden Infantino en de emir het filmpje van Hassan Mustafa bestudeerd en lieten de eer aan Messi om de beker als eerste de lucht in te tillen. Een bijzonder moment, Messi is nu de eerste voetballer die alle denkbare grote prijzen heeft gewonnen.

Ik denk nog regelmatig aan Wout Weghorst. Messi is nu al geen fan van Wout (‘que miras, bobo?’), maar hoe was dat geweest als Wout hem de ultieme droom had afgenomen? Als we na die 2-2 wel hadden doorgedrukt of wel een keer alle penalty’s erin hadden geramd. Messi, die de rest van zijn leven elke ochtend wakker zou worden en direct weer aan Wout zou denken. Niet Neymar, niet Mbappé, niet Christiano Ronaldo. Nee, Wout Weghorst die voor de eeuwige onrust in zijn hoofd had gezorgd. Het mocht niet zo zijn.

Over dromen gesproken. De ceremonie van afgelopen zondag maakte één ding weer ontzettend duidelijk. Je kunt de machtigste man van de FIFA zijn en hoe hard je ook je best doet om de voorgrond te pakken, uiteindelijk speel je maar een bijrol. Als op een trapveldje waar dan ook ter wereld kinderen aan het voetballen zijn, wil iedereen Messi zijn. Er zal geen kind zijn dat ooit de woorden ‘mag ik dan Gianni Infantino zijn’ heeft uitgesproken.

Glorie, eeuwige roem of in Argentinië zelfs totale verafgoding. Dat verdien je op het veld. Niet omdat je toevallig sterkere ellebogen hebt dan de rest van de organisatie.

Omgaan met teleurstellingen

Herman Finkers schreef ooit: ‘De cursus “Omgaan met teleurstellingen” gaat wederom niet door’.

Blijkbaar was gisteren de inhaaldag.

Ik zit nu in de auto, ben met een paar vrienden op weg naar Spanje. We zijn gisteravond laat vertrokken, flink doorgetrapt want we kunnen de Pyreneeën al zien. Nog snel even tijd om wat opgelopen teleurstellingen op papier te zetten voordat we de grens over gaan.

Teleurstelling 1
Kroatië in de halve finale. Ik heb persoonlijks niets tegen dat land en ze hebben echt wel een paar leuke spelers (Modric natuurlijk, verdediger Gvardiol is geweldig), maar zij mazzelen door dit toernooi heen. Ze hebben tot nu toe alleen van Canada gewonnen, een land waarin je alleen gaat voetballen als je niet goed genoeg bent in ijshockey en curling. Ze overleefden de groepsfase omdat Lukaku een paar ongelooflijke kansen miste. Winnen na penalty’s van Japan. Schieten in de wedstrijd tegen Brazilië één keer op doel, waarbij de bal van richting wordt veranderd en erin gaat. Weer penalty’s, weer gaan ze door. En Brazilië ligt eruit, zo’n beetje het enige land met een leuke voorhoede. Voetbal, o wrede sport.

Teleurstelling 2
Ik heb nu naar vier penaltyreeksen zitten kijken en vier keer verliest mijn favoriete team. Mea culpa.

Teleurstelling 3
Scheidsrechter Antonio Mateu Lahoz, Spanjaard en de reden dat ik nu in de auto zit. Teleurstelling over zijn optreden is het eufemisme van het jaar.

Ik lees dat de Argentijnen vonden dat Lahoz in het voordeel van Nederland floot. Hebben wij naar een andere wedstrijd zitten kijken? Wout Weghorst krijgt geel voor praten terwijl hij op de bank zit. Geen gele kaart voor Messi die à la Ron Zwerver de bal op het middenveld weg smasht: een klassiek voorbeeld van klassenjustitie. Paredes die binnen een paar seconden Aké doormidden trapt en vervolgens de bal onze dug-out in ramt; meneer komt er gewoon mee weg. En dan die penalty? Waar was de VAR? Moesten we niet even kijken of dit echt wel binnen de lijn was?

Vijftien, zeventien, negentien gele kaarten, ik weet het niet meer. De man was echt totaal de weg kwijt. Blijkbaar kreeg Dumfries nog rood nadat de penaltyreeks al over was. Zou me niets verbazen als hij in de kleedkamer de twee grensrechters en de vierde man ook nog geel heeft gegeven. Wat een hopeloze dwaas.

Even tussendoor. We worden bij de Spaanse grens door de Guardia Civil tegengehouden, blijkbaar worden alle auto’s met Nederlands kenteken van de weg geplukt en naar een parkeerterrein omgeleid. Iedere auto wordt daar doorzocht, mensen die het adres van Lahoz in hun auto hebben liggen worden ondervraagd.

Teleurstelling 4
De invalbeurt van Wout Weghorst krijgt nu nooit de heldenstatus die hij verdient. Invallen in de 78ste minuut, twee doelpunten maken en een penalty raakschieten: er zijn voor mindere prestaties standbeelden gemaakt. Zijn doelpunt in de 11e minuut van de blessuretijd had eeuwigheidswaarde, zo’n moment waarover je iedereen jaren later nog kunt vragen ‘waar was jij toen Wout de 2-2 maakte’ en er komt direct antwoord. (Mijn antwoord: ik was bij vrienden en heb na dat doelpunt een halve minuut een menselijke stuiterbal nagedaan.) Documentairemakers hadden zich kunnen uitleven, Wout die met Dennis Bergkamp over een strand wandelt en aan hem uitlegt hoe hij Argentinië eronder kreeg. Dennis knikt en luistert ademloos.

Maar dat is ons allemaal ontnomen. Weer door penalty’s.

Een geliefd oud-collega appt me. ‘Hollander zijn én voor Feyenoord: dat ik het leven nog heb. Voer voor psychologen’. Ik had het niet beter kunnen omschrijven.

Op het parkeerterrein worden we nu toegesproken door een agent met een megafoon. Mijn Spaans is niet al te best, maar ik begrijp uit zijn verhaal dat Lahoz na het toernooi vanuit Qatar rechtstreeks naar Argentinië vliegt. Het heeft iets met een nieuw vakantiehuis te maken, geloof ik. Met daarbij het vriendelijke verzoek om allemaal weer naar huis te rijden.

Teleurstelling 5
In Statistieken beschreef ik hoe wij het op voorgaande WK’s hebben gedaan. En hierbij kom ik op de grootste teleurstelling van gisteren. Blijkbaar leest Messi mijn blog niet.

Statistieken

10:30 uur MAX geheugentrainer
11:15 uur Tijd voor MAX
12.40 uur Kook mee met MAX
17:10 uur Tijd voor MAX (is dit de tweede helft van die van 11:15?)

De overgang van vier wedstrijden per dag naar twee vond ik al pittig, de eerste voetballoze dag na zeventien dagen WK spektakel is met deze programmering op NPO1 echt niet te doen.

Daarom maar een vooruitblik op onze kwartfinale tegen Argentinië.

Nu de knock-out fase is losgebarsten, wordt het begrip ‘penaltytrauma’ weer actueel. Als een land eenmaal de naam heeft om penaltyreeksen te verliezen, wordt het bijna onmogelijk om dat nog om te draaien. Zie Spanje gisteren. Naar verluidt hadden alle spelers van hun bondscoach de opdracht gekregen om in het afgelopen jaar minimaal 1000 keer een penalty te oefenen. Hartstikke leuk, maar het gaat om die ene penalty als de druk het hoogst is. En natuurlijk ging het voor Spanje weer eens mis, nu tegen Marokko. De druk verantwoordelijk te zijn voor je team, voor je supporters, voor je land, voor het voortbestaan van enkele binnensteden in Nederland; het werd de Spanjaarden te veel. Sergio Busquets, aanvoerder en 143 interlands gespeeld, liep naar de penaltystip alsof hij het zo zou willen inruilen voor een enkeltje richting de guillotine.

Wij kunnen er ook wat van, het nationale gevoel is dat we er altijd door penalty’s uitvliegen. Ik heb daarom op een rijtje gezet hoe wij in alle naoorlogse WK’s waaraan we hebben meegedaan, zijn uitgeschakeld.

1974: Finale verloren van West-Duitsland (winnaar)
1978: Finale verloren van Argentinië (winnaar)
1990: Achtste finale verloren van West-Duitsland (winnaar)
1994: Kwartfinale verloren van Brazilië (winnaar)
1998: Halve finale verloren van Brazilië (na penalty’s)
2006: Achtste finale verloren van Portugal
2010: Finale verloren van Spanje (winnaar)
2014: Halve finale verloren van Argentinië (na penalty’s)

Als we de uitschakeling door Portugal op het WK van 2006 even buiten beschouwing laten (dat was die schoppartij met vier rode en zestien gele kaarten), zijn we altijd uitgeschakeld óf door de winnaar óf na penalty’s.

Dat is toch wel een bijzondere statistiek, daarom nogmaals: we worden altijd uitgeschakeld door de winnaar of na penalty’s.

(Ja ik weet het, die pot tegen Portugal ontkracht dat enigszins; maar dit is mijn blog dus ik bepaal).

Een iets andere manier om naar deze statistiek te kijken geeft ook een mooi inzicht. Als we van de latere winnaar verloren, was dat nooit door penalty’s. Oftewel: elk land dat ons in een penaltyreeks versloeg, werd dat toernooi niet de uiteindelijke wereldkampioen.

Daarom het volgende voorstel aan de heer L. Messi.

Mocht het vrijdag na 120 minuten nog gelijk staan: het heeft geen zin om de penaltyreeks te winnen want jullie worden toch niet wereldkampioen. Laat ons gewoon doorgaan. Dan krijgen jullie allemaal een gesigneerd shirt van Andries Noppert, hebben jullie toch iets leuks om thuis te laten zien.

Doelmannen

Zaterdag, 15:55 uur, ergens in de omgeving van Nijmegen.

‘Jaspertje, kom je naar beneden? De wedstrijd begint zo.’
‘Nee.’
‘Maar wil je niet kijken dan? Het is toch nog steeds ook een beetje jouw team? En mag ik even in je kamer komen, dat praat makkelijker.’
‘Neehee!’
‘Kom nou, we willen graag samen kijken.’
‘Wie staat er op doel?’
‘Dat maakt toch niet meer uit?’
‘PAPA! Wie staat er op doel?’
‘Noppert.’
‘Weer hè! Die lange was begin dit jaar nog reservedoelman van Go Ahead, hij moest daar meedraaien in het schema van de bardienst. Ik ben reservedoelman van Valencia geweest. En van Barcelona! Ik zat bij Messi in de kleedkamer, bij Neymar. Mijn shirt was te koop in de fanshop van Barcelona. Ik heb 63 interlands gespeeld. Mijn initialen zijn J.C., net als die van andere grootheden. Vorige maand was iedereen er nog van in de war dat ik niet in de selectie zat, maar nu praat niemand meer over me. Niemand! Ja, die Van der Vaart die me een naar mannetje noemde. En Sneijder, die ineens begon te vertellen dat ik nooit goed in de groep heb gelegen en dat ze altijd om mij moesten lachen omdat jullie als mijn grootste fans er altijd bij waren. Lekker dan! Alsof ik het leuk vond als die Sylvie en Yolanthe weer eens langskwamen. En nou vindt iedereen die Noppert ineens zo geweldig. Zelfs de coach zegt dat hij zo’n klik met hem heeft, dat ze dezelfde humor hebben. Ik werd in 2014 vlak voor de penalty’s tegen Costa Rica gewisseld, maar Noppert mag nu alles spelen omdat hij zo grappig is en omdat hij zo lekker gewoon is? Dus nee, ik ga die wedstrijd niet kijken.’
‘Mama zegt net dat ze jouw favoriete gevulde eitjes heeft gemaakt.’
‘Ok, ik kom eraan.’

Voetbalshirt

Het overkomt me gelukkig niet vaak, maar gisteravond moest ik tijdens de wedstrijd Argentinië – Polen ineens aan Guido Buchwald denken. Ik was waarschijnlijk de enige dus zal deze gedachtenkronkel even uitleggen.

Het gebeurde nadat Messi een penalty miste. Messi en het WK, het blijft een lastig verhaal en het zou zomaar kunnen dat de beste voetballer allerlei tijden nooit wereldkampioen wordt. En Guido Buchwald is dat wel. Ik geef het toe, dit is een behoorlijke kronkel.

Voor degenen die Guido niet meer duidelijk op het netvlies hebben staan: Guido was een Duitse verdediger uit het tijdperk dat Duitse verdedigers nog Duitse verdedigers waren. Het woord bonkig is uitgevonden om de speelstijl van Guido te kunnen omschrijven. Samen met de even elegante Klaus Augenthaler vormde hij tijdens het WK van 1990 het hart van de Duitse verdediging. Het was een bijzonder vervelend WK, maar Guido werd wereldkampioen.

Goed, Messi miste dus een penalty maar is held voor het leven en ver daarna: de Argentijnse supporters begonnen direct zijn naam te scanderen.

Tijd voor de volgende kronkel.

Zou de naam Guido Buchwald ooit gescandeerd zijn? Zou er ooit een jongetje in bed zijn geklommen, nog even gelukzalig kijkend naar de Guido Buchwald poster boven zijn bed voordat hij zijn nachtlampje uitknipte?

En hoeveel mensen zouden er zijn die een voetbalshirt hebben met zijn naam achterop? Ik vermoed wat familieleden en verder een aantal medewerkers van Adidas, die ze gratis mee naar huis mochten nemen omdat de verkoop van de Guido Buchwald collectie toch niet zo lekker liep.

Even googlen of zijn shirt op de digitale markt te koop is. Ja hoor, op eBay is voor iets meer dan 82 dollar een gesigneerd Guido Buchwald shirt te krijgen. Er wordt niet vermeld wanneer hij dit shirt heeft gedragen, wel zit er een echtheidscertificaat bij. Dat lijkt me een beetje overbodig, ik kan me nauwelijks voorstellen dat een vervalser zijn tijd zou steken in het namaken van een Guido Buchwald shirt.

Ineens voelt het heel verleidelijk om op ‘Kopen’ te klikken. Zal ik het gewoon doen? Het is een maatje M dus dragen gaat hem niet worden, maar als eyecatcher aan de muur is natuurlijk ook een mooie optie (de vragen ‘ja maar waar dan’ en vooral ‘hoe verkoop ik dit aan mijn vrouw’ negeer ik voor het gemak nog even).

Verdammt! Does not ship to Netherlands, staat er in kleine letters bij.

Jammer. Nu kan ik nooit de vraag ‘waarom heb jij in godsnaam een Guido Buchwald shirt’ beantwoorden met ‘omdat Messi een penalty tegen Polen miste’.